'Samenwerking en passende bekostiging nodig om fragmentatie jeugdzorg op te lossen'

De commissie-Van Ark, die maandenlang onderzoek deed naar de jeugdzorg, concludeert dat de verbeterplannen voor de jeugdzorg tekortschieten. De zorg blijft onvoldoende en de financiering is ontoereikend. Betere samenwerking tussen jeugdzorg, ouders en scholen is cruciaal. Bezuinigen zonder structurele hervormingen zou de problemen verergeren.

De jeugdzorg in Nederland staat onder druk. Steeds meer jongeren hebben hulp nodig, maar de financiering en organisatie schieten tekort. In 2015 maakte 10,8 procent van de jongeren tot 18 jaar gebruik van jeugdzorg; in 2023 was dat gestegen naar 14,2 procent. De kosten voor jeugdzorg lopen voroal op doordat een groot deel van het budget naar lichtere zorg gaat. Deze hulp kan vaak ook door ouders, scholen en welzijnsorganisaties worden geboden. Jongeren die specialistische zorg nodig hebben, zoals professionele hulp bij eetstoornissen, hebben te maken met lange wachttijden door capaciteitstekorten en onvoldoende financiering.

Structurele oplossingen

Een heldere verdeling van verantwoordelijkheden is nodig. Lichtere jeugdzorg kan beter worden overgelaten aan scholen en welzijnsorganisaties. Specialistische jeugdzorg, zoals Jeugd-ggz, kan beter onder de zorgverzekeringswet vallen in plaats van de Jeugdwet. Dit kan de bekostiging verbeteren en wachttijden verkorten.

Samenwerking als sleutel

Om de jeugdzorg toekomstbestendig te maken is samenwerking tussen gemeenten, scholen, huisartsen en welzijnsorganisaties noodzakelijk. Jongeren met lichte problemen moeten snel en effectief worden geholpen in hun eigen omgeving. Gespecialiseerde zorg moet beschikbaar blijven voor wie het echt nodig heeft. De aanbieders van Jeugd-ggz spelen hierin een belangrijke rol.