Banken lenen miljarden aan bedrijven beticht van corruptie
Den Haag, 21 februari 2019. ABN Amro, ING en Rabobank leenden tussen 2014 en 2017 8,9 miljard dollar aan vier bedrijven die al jarenlang betrokken zijn bij corruptieschandalen in de mijnbouw- bouw- en oliesector. Daarnaast belegden Van Lanschot, ABN Amro en Rabobank in totaal voor 566 miljoen dollar in aandelen van één of meerdere van deze bedrijven. Ondanks herhaalde navraag in voor- en najaar 2018 weigerden alle vier de banken openheid te geven over of zij deze bedrijven aangesproken hebben om een einde te maken aan corruptie. Dit blijkt vandaag uit het nieuwe praktijkonderzoek van de Eerlijke Bankwijzer.
Peter Ras, projectleider Eerlijke Bankwijzer: “Corruptie is zeer schadelijk voor het bestuur van landen. Corruptie ondermijnt tevens economische ontwikkeling en armoedebestrijding. Banken steken miljarden in bedrijven die tot hun nek in corruptieaffaires verwikkeld zijn, maar zijn zo gesloten als een oester over de vraag of ze deze klanten daar concreet op aanspreken. Dit moet echt anders.”
ABN Amro leende tussen 2014-2017 in totaal 2,6 miljard US dollar aan Gunvor, Shell en SBM Offshore. ING leende gedurende in deze periode in totaal 3,5 miljard dollar aan genoemde bedrijven alsmede Odebrecht. Rabobank leende 2,6 miljard dollar aan Gunvor en SBM Offshore. Gunvor wordt sinds 2012 onderzocht door de Zwitserse autoriteiten vanwege zorgen over corruptie in relatie tot een oliecontract in de Republiek Congo. De winsten die hiermee gemaakt werden zijn enorm en gingen ten koste van inkomsten voor de Republiek Congo. Uiteindelijk is hiermee minder geld beschikbaar voor publieke diensten als onderwijs, zorg en rechtspraak. Shell is betrokken bij een corruptiezaak in Nigeria sinds 2011; deze zaak loopt bij de Italiaanse rechtbank. SBM Offshore is in de VS in 2017 beboet voor omkoping in vijf landen en maakte daarnaast in september 2018 afspraken in Brazilië in verband met een andere corruptiezaak. Odebrecht kreeg in 2017 een grote boete vanwege diens centrale rol in één van de grootste corruptieschandalen ooit in Latijns-Amerika.
In de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) staat onder meer: “Ondernemingen behoren, direct noch indirect, smeergeld of andere onrechtmatige voordelen aan te bieden, toe te zeggen, te geven of te eisen teneinde opdrachten of andere ongeoorloofde voordelen te verwerven of te behouden. Ondernemingen behoren ook verzoeken tot omkoping en afpersing te weerstaan.” Alle genoemde banken beloven in hun beleid de OESO-richtlijnen na te leven. Geen van de banken heeft echter inhoudelijk gereageerd op herhaalde verzoeken van de Eerlijke Bankwijzer in april/mei en oktober 2018 om aan te geven of en wat zij hebben gedaan om deze klanten/bedrijven aan te spreken om geen ruimte te geven aan corruptie. Ook op de websites van de vier banken is geen informatie terug te vinden of en zo ja welke acties men in recente jaren heeft ondernomen richting deze bedrijven waarin men investeert en die langjarig en zelfs tot op heden betrokken zijn bij onafgeronde corruptieschandalen.
De Eerlijke Bankwijzer roept de genoemde banken op om bedrijven waarin men investeert actief aan te spreken om corruptie uit te bannen, met inbegrip van bovengenoemde bedrijven. Ook moeten banken open zijn over het aantal klanten en bedrijven waarmee men gesprekken voert over corruptie alsmede de resultaten hiervan. Daarnaast pleit de Eerlijke Bankwijzer ervoor dat banken openheid verschaffen over wat hun beleid is om af te zien van een lening of investering als een bedrijf betrokken is bij corruptie.
Van andere onderzochte banken: de Volksbank, NIBC en Triodos, zijn geen leningen aan of investeringen in deze bedrijven gevonden boven de gehanteerde drempelwaarde van 1 miljoen US dollar in dit onderzoek.
Dit is een origineel bericht van Oxfam Novib
Ga naar alle berichten van deze organisatie.