De Noordzee verstedelijkt in hoog tempo. Steeds meer vitale processen – zoals energieopwekking en internetinfrastructuur – vinden hier plaats. Uit een nieuwe rapport van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS) blijkt dat deze ontwikkeling gepaard gaat met veel nieuwe kwetsbaarheden en (nationale) veiligheidsrisico’s.
De nieuwe infrastructuur op zee is kwetsbaar voor cyberaanvallen en (onderzeese)sabotage door criminele organisaties en staten zoals Rusland die investeren in “seabed warfare capabilities”.
Naarmate de omvang, diversiteit en het belang van op zee gebaseerde infrastructuur en activiteiten toenemen, of het nu windturbines, onderzeese kabels, waterstof offshore-platforms, energie-eilanden of onderwater datacenters zijn, worden ze ook steeds nuttigere doelwitten voor zowel statelijke als niet-statelijke actoren.
Tegen sabotage en cyberaanvallen optreden is lastig op zee aangezien de Marine en Kustwacht slechts beperkte capaciteit hebben en buiten de 12-mijlszone vrijwel niet (preventief) mogen handhaven. Waar de veiligheidsdriehoek op land een bekend fenomeen is bestaat een beproefde veiligheidsstructuur op zee niet.
In het rapport “The High Value of The North Sea” identificeren de onderzoekers van HCSS trends in de groei van op zee gebaseerde activiteiten. Het rapport concludeert dat Nederland in zijn veiligheidsbeleid de zee als land dient te behandelen. Hierin ligt een centrale rol voor de Nederlandse Kustwacht en de Koninklijke Marine voor de hand. Tegelijkertijd moeten private partijen die op de Noordzee verantwoordelijk zijn voor vitale infrastructuur nauw betrokken worden bij centraal aangestuurde veiligheidsinitiatieven om de Noordzee veilig te houden.
Dit is een origineel bericht van HCSS
Ga naar alle berichten van deze organisatie.