Nog steeds weinig draagvlak voor het maken van embryo’s voor onderzoek

11 MRT 2020 11:00 | Rathenau Instituut

Nog geen derde van de Nederlanders kiest voor het opheffen van het huidige verbod op het speciaal tot stand brengen van embryo’s voor medisch-wetenschappelijk onderzoek. Het draagvlak voor wettelijk toestaan van het maken van embryo’s nam ten opzichte van 2007 zelfs iets af. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Gewicht in de schaal – Nederlanders over onderzoek met embryo’s’ van het Rathenau Instituut. In het kabinet ligt opheffing van het verbod gevoelig. De argumenten die voor- en tegenstanders in het onderzoek belangrijk vinden kunnen politici helpen in de politieke besluitvorming over dit onderwerp.

Het kabinet heeft gevraagd om een maatschappelijke discussie voordat er een besluit wordt genomen over eventuele aanpassing van de Embryowet, waarin nu een tijdelijk verbod is opgenomen voor het speciaal tot stand brengen van embryo’s voor onderzoek.

Het Rathenau Instituut voerde in oktober 2019 een publieksonderzoek uit onder een representatieve groep Nederlanders. Deelnemers vulden een vragenlijst in met vragen over de toelaatbaarheid van onderzoek met embryo’s en de argumenten die zij daarbij belangrijk vinden. De vragen gingen zowel over restembryo’s, die overblijven na vruchtbaarheidsbehandelingen zoals ivf, als over embryo’s die speciaal voor onderzoek tot stand zouden moeten worden gebracht. Het Rathenau Instituut onderzocht dit eerder in 2007.

Als respondenten alles afwegen, is slechts 31% akkoord met het opheffen van het verbod op het speciaal tot stand brengen van embryo’s voor onderzoek. Totaal 47% van de respondenten wil het verbod handhaven en 22% twijfelt erover. Ten opzichte van 2007 nam de steun voor het opheffen van dit verbod zelfs iets af.

Een groot deel van de mensen (65%) staat in principe positief (ze stemmen in of neigen daartoe) tegenover het gebruiken van restembryo’s zoals dit nu in de Embryowet is vastgelegd. Met het tot stand brengen van embryo’s voor onderzoek stemt in principe 23% van de Nederlanders in, 26% neigt daartoe, 18% wijst dit af, 18% neigt naar afwijzen en 15% weet het niet. Mensen die in principe positief staan tegenover het speciaal tot stand brengen van embryo’s vinden medische vooruitgang belangrijk, terwijl mensen die er afwijzend tegenover staan dit veelal ook aangeven maar vaker de beschermwaardigheid van het embryo zwaarder meewegen: zowel voor- als tegenstanders uiten zorgen over gezondheid van de vrouwen die de eicellen zullen moeten doneren en vinden het belangrijk dat alternatieven voor het tot stand brengen van embryo’s worden ontwikkeld.

Dit onderzoek bevestigt dat politieke besluitvorming moet wachten op de argumenten die mensen naar voren brengen in de lopende, brede maatschappelijke dialoog. Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut: “De uitkomsten van het onderzoek helpen de politiek bij het maken van keuzes rond de Embryowet. Ze vormen een belangrijke aanvulling op de maatschappelijke dialoog over mogelijke brede gevolgen van nieuwe voortplantingstechnieken die op termijn mogelijk worden als embryo’s speciaal tot stand zouden mogen worden gebracht voor onderzoek.”

Voor meer informatie: Arno Ottevanger, hoofd communicatie: 070 - 3421523 / 06 - 30306088, a.ottevanger@rathenau.nl.

Meer binnen de rubriek Biotechnologie