Intrekking Nederlanderschap en ongewenstverklaring Syriëganger vernietigd

29 JUN 2022 10:15 | Raad van State

De besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid waarbij een vrouwelijke Syriëganger ongewenst is verklaard en haar Nederlanderschap is ingetrokken, zijn vandaag (29 juni 2022) door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigd. Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatssecretaris bij het ongewenst verklaren van de vrouw te weinig oog gehad voor de belangen van haar minderjarige Nederlandse kinderen.

Achtergrond

In het individueel ambtsbericht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst staat dat de vrouw in 2013 is vertrokken naar Syrië, daar is getrouwd met een ISIS-strijder, in die tijd openlijk de werkwijze van ISIS verheerlijkte en daarnaast poseerde met een automatisch vuurwapen. Zij bevond zich tot begin 2019 in het door ISIS gecontroleerd gebied en verbleef in het voorjaar van 2019 in een Koerdisch kamp. Zij heeft in Syrië twee kinderen gekregen. De staatssecretaris heeft op 30 oktober 2019 het Nederlanderschap van de vrouw ingetrokken en haar ongewenst verklaard. Op dezelfde datum heeft de vrouw zich met haar twee minderjarige kinderen gemeld bij de Nederlandse ambassade in Ankara (Turkije) en op 19 november 2019 zijn zij met een Turks nooddocument naar Nederland gereisd. Sindsdien zit de vrouw in Nederland in de gevangenis.

Belangen van de kinderen

Hoewel de Afdeling bestuursrechtspraak vindt dat de staatssecretaris goed heeft gemotiveerd dat de vrouw een gevaar vormt voor de openbare orde en nationale veiligheid, moet een besluit tot ongewenstverklaring ook expliciet worden getoetst aan artikel 8 van het EVRM. In dit artikel is het recht op gezins- en privéleven vastgelegd. Uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens volgt dat de staatssecretaris de belangen van de kinderen voldoende inzichtelijk moet betrekken in zijn belangenafweging. De Afdeling bestuursrechtspraak vindt dat de staatssecretaris dit niet goed heeft gedaan. Daarbij heeft zij er rekening mee gehouden dat de kinderen de Nederlandse nationaliteit hebben, sinds november 2019 in Nederland wonen en hier naar school gaan.

Gevolg van de uitspraak

Omdat het besluit om de vrouw ongewenst te verklaren onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en gemotiveerd, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak dit besluit vernietigd. Maar omdat de ongewenstverklaring is gekoppeld aan het besluit om de vrouw haar Nederlanderschap te ontnemen, is ook dat besluit vandaag vernietigd. De gevolgen van beide besluiten zijn daarmee ongedaan gemaakt.

Lees de volledige tekst van de uitspraken met zaaknummers 202006910/1 en 202006913/1 op de website van de Raad van State.

Meer binnen deze rubriek