Nieuwe windmolens op zee moeten de visserij geen last bezorgen en voorafgaand aan de bouw moeten vissers bij de besluitvorming betrokken worden. Dat stelt het Europees Parlement in een rapport over windturbines op zee en de visserijsector. EU-landen moeten verzekeren dat windmolenparken op zee alleen nog op ruime afstand van visgronden worden gebouwd. Ook mogen de turbines geen slechte invloed hebben op het milieu. Voor mogelijke getroffen vissers is compensatie nodig.
In 2050 moet vijftien keer meer ruimte op zee dan nu worden benut voor windmolens. Door vooraf samen te werken met de visserij kan voorkomen worden dat nieuwe windmolens die sector de das om zullen doen. Samen met de vissers kan ervoor gezorgd worden dat visgronden overeind blijven en dat vissers niet in de problemen komen. Tachtig procent van alle vissersboten in de EU bestaat uit kleinschalige visserij. Zij varen voornamelijk in de kustwateren waar veel turbines gepland staan. Vooral kleine vissers kunnen getroffen worden door de komst van de molens. Als dat zo is, moeten ze compensatie krijgen.
Ook kan de bouw van nieuwe windturbineparken op zee negatieve gevolgen hebben voor het leven in de zee, aldus het rapport van het Europees Parlement, dat woensdag werd aangenomen. Om de gevaren te verminderen is meer onderzoek nodig naar de negatieve effecten op de zeebodem tijdens de bouw en het gebruik van de windmolens. Na een aantal decennia zullen ze moeten worden vervangen of afgebouwd. In beide gevallen moet er onderzoek komen naar de effecten daarvan. Ook wordt in het rapport gepleit voor regelingen die langetermijnrisico’s van verlaten infrastructuur moeten dekken.
Omdat straks 85 procent van de windmolenparken op zee in de noordelijke zeeën van de Europese Unie komt, is goede samenwerking met het Verenigd Koninkrijk nodig. Het gaat onder andere om turbines in de Noordzee en de Noordelijke Atlantische Oceaan. Europese vissers zullen die wateren blijven delen met hun Britse collega’s. Daarom wil het Europees Parlement dat de Europese Commissie goede afspraken met Londen maakt over nieuwe windmolenparken en de gevolgen voor vissers en de natuur.
‘Vissers zijn de oudste gebruikers van de zee en daarom moet er echte samenwerking met hen zijn indien windmolenparken op zee worden gebouwd,’ zegt het Nederlandse Europarlementariër Peter van Dalen (ChristenUnie). Hij komt op voor de vissers. ‘Vissers verdienen hun brood op het water en daarom is het niet meer dan logisch dat deze sector een beslissende stem krijgt in de vorm van participatie. Dat is dus meer dan alleen ‘inspraak’.’
De visserij zelf mag ook naar nieuwe energievormen kijken, vinden de Europarlementariërs die het aangenomen rapport hebben geschreven. Drijvende windmolenparken, hernieuwbare waterstof, maar ook wind- en zonne-energie kunnen op sommige plekken in de visserij worden gebruikt. Hiernaast moet nagedacht worden over het combineren van windturbineparken op zee met beschermde natuurgebieden in de zee, aldus de makers van het aangenomen rapport.
In 2050 zal dertig procent van de stroom voor de EU opgewekt worden door wind op zee. Op dit moment is dit twaalf gigawatt, maar dit moet 300 gigawatt worden. De Europese zeeën kennen nu al 110 windmolenparken met meer dan vijfduizend turbines. Voor 2050 moet er vijftien keer meer ruimte op zee gebruikt voor turbines worden dan nu al het geval is.
Dit is een origineel bericht van Europees Parlement
Ga naar alle berichten van deze organisatie.