'Krachttraining kort voor de finales om sneller te sprinten'

Dit weekend staan de sprintnummers in de atletiek op het programma: de 100 meter bij de mannen en vrouwen en de 200 meter bij de vrouwen. Zowel bij de mannen als bij de vrouwen maken Amerikaanse en Jamaicaanse atleten veel kans op een medaille. Voor Nederland staat Tasa Jiya bij de 200 meter aan de start. Kan zij nog iets extra’s doen om toch met een medaille naar huis te gaan? Misschien wel.

Uit onderzoek blijkt dat atleten die kort en explosief moeten presteren, zoals sprinters, baat kunnen hebben bij een korte krachttraining enkele uren voor hun wedstrijd. De grootste verbeteringen werden waargenomen tussen de 6 en 33 uur na de krachttraining. In die periode sprinten sporters tot wel 2,5 procent sneller. Hoewel dit percentage klein lijkt, kan het op de Olympische Spelen het verschil maken tussen een gouden medaille en een plek net naast het podium.

Waarom sporters zo lang na een krachttraining meer kracht kunnen leveren, is nog niet volledig onderzocht. Vermoedelijk komt dit door een combinatie van verbeterde spieraansturing, stijvere spieren, grotere gevoeligheid voor calcium waardoor spieren krachtiger kunnen samentrekken, en een toegenomen hoeveelheid testosteron in het bloed.

Atleten die de favorieten willen verslaan, kunnen dus overwegen om de dag voor de race of zelfs op de dag zelf nog een korte krachttraining te doen. Dit zou hen de extra boost kunnen geven die nodig is om op het podium te eindigen. De vraag blijft: zullen de favorieten ook deze strategie toepassen, of zullen hun concurrenten met deze extra inspanning het verschil maken?