In tegenstelling tot algemene consensus toont de kunstgeschiedenis aan dat dammen grotere wortels heeft in de maatschappij dan schaken. Twee Nederlanders bewijzen het in het baanbrekende boek Iconography of draughts, dat gepresenteerd wordt in het Fischerhuis in Ede op 31 augustus.
Wim van Mourik, clubdammer, is de hoofdauteur. Hij traceerde in een halve eeuw maar liefst zo’n 3.000 schilderijen en tekeningen met het damspel als onderwerp. De reproducties in het boek laten overtuigend zien hoezeer personen uit Europa’s betere kringen, waaronder koningshuizen en adellijke families, verslingerd waren aan het damspel. En dat niet alleen, dammen was voor hen een statussymbool.
Dr. Arie van der Stoep, Internationaal Grootmeester in het componeren van damproblemen, promoveerde als linguïst op een dam- en schaakonderwerp: hij analyseerde het jargon van spelers van bordspel, waaronder dammen en schaken, uit het nabije en verre verleden. Hij tekent voor de geïllustreerde Historische Inleiding, neerslag van bijna een halve eeuw historisch onderzoek. Met opmerkelijke bevindingen: het schaakspel kan in de 6e eeuw zijn promotie hebben overgenomen van het oudere damspel, en het schaakspel werd met zekerheid in de 15e en de 18e eeuw op fundamentele wijze door het damspel beïnvloed. Verder legt hij mechanismen bloot achter het proces dat begin 20e eeuw leidde – ten onrechte – tot het sociologische vooroordeel dat schaken het grootste bordspel is dat de mensheid voortbracht veel rijker en dieper dan bijvoorbeeld het damspel. Het schaakspel spreekt meer tot de verbeelding, verhalend over de tijd toen de Koning nog heerste. Het damspel is abstract en mathematisch, past eigenlijk meer in de 21ste eeuw: het binaire tijdperk.
Genderstudies
De verzameling schilderijen en tekeningen van onbekende en bekende kunstenaars bevestigt niet alleen Van der Stoeps onderzoeksresultaten maar vult ze ook aan: het damspel blijkt, en dat is de zoveelste verrassing, in het verleden ook een tijdpassering van vrouwen uit de hogere kringen van Europa te zijn geweest. De Duitse keurprinses Karoline bijvoorbeeld nam het bij een bezoek aan de prins en prinses Von Hessen op tegen de gastvrouw. Vrouwen blijken echter ook veelvuldig de damdegens met mannen te hebben gekruist. Deze vrouwelijke activiteit was volkomen onbekend, en daarmee levert het boek ook een bijdrage aan genderstudies.
Van Mourik presenteert de selectie ‒zo’n 300 platen– uit zijn collectie chronologisch, wat een ontwikkeling zichtbaar maakt: zijn de dammers op de middeleeuwse miniaturen vertegenwoordigers van hogere maatschappelijke geledingen, naarmate de tijd vordert zitten er steeds vaker “gewone” spelers en speelsters achter het dambord. De spelende mens blijft echter zichzelf: in 1283 vangt de kunstenaar dezelfde concentratie, spanning, teleurstelling en triomf als acht eeuwen later.
Van varkenshoeder tot Koning, ze damden
De Historische Inleiding en de Iconografie leveren een bijdrage aan onze kennis van het verleden: de gehele samenleving damde, van koopman tot prinses, van analfabete varkenshoeder tot koning. En de verhalen over dat populaire schaakspel? Vergeet ze maar, ze zijn de weerslag van wetenschappelijk rammelend wensdenken, tot ver in de 18e eeuw was dammen het grote bordspel. Vóór die tijd werd er wel geschaakt, maar door kleine geïsoleerde groepen uit de hogere milieus. En de kostbare schaakborden en schaakstukken uit de kunstverzameling van Europa’s allerrijksten dan? Wel, die bestelden ze eerder om ermee te pronken dan om ermee te spelen.
Toen het schaakspel als tijdpassering opkwam, verloor het damspel de gunst van de beter gesitueerden. Wat het schaakspel won verloor het damspel: maatschappelijk aanzien en waardering. Elke pagina van de iconografie beklemtoont hoe anders de verhoudingen vroeger lagen.
Dit is een origineel bericht van Simonis & Buunk Kunsthandel
Ga naar alle berichten van deze organisatie.