'Een beetje meer vertrouwen in de waarde van de horecabeleving zou verstandig zijn'

Veel horecaondernemers zitten in een perfecte storm van verhoogde kosten, hoge rente, nieuwe regels en coronaschulden, maar durven toch hun prijzen niet te verhogen. Volgens het CBS verwacht 1 op de 10 horecabedrijven binnen een jaar te stoppen, ondanks dat veel cafés en restaurants een mooie omzet draaien. Bij veel van deze bedrijven is de schuldenlast problematisch hoog geworden en zijn de kosten voor personeel, inkoop en energie flink gestegen. Daardoor zullen we in het komende jaar regelmatig zien dat goedlopende bedrijven die operationeel winst maken toch stoppen. De relatief hoge rente helpt hen niet om schulden te herfinancieren. Deze schulden houden hen ook tegen om bijvoorbeeld te investeren in verduurzaming om de energielasten te verlagen, terwijl er wel een verplichting is. 

Begin deze maand was er een zucht van verlichting voor veel horecapersoneel. Hun nieuwe cao ging in, de meeste medewerkers gaan 8 tot 12 procent meer verdienen. In een sector met relatief lage lonen is dat een grote stap vooruit, die ook noodzakelijk was om weer aantrekkelijker te worden. Tegelijkertijd zien veel horecaondernemers zich nog altijd geconfronteerd met hoge inkoopprijzen voor eten en drinken. Veel van hen durven de prijzen op de kaart niet aan te passen, ook niet via revenue management waarbij de prijzen op drukke momenten hoger zijn dan op rustige momenten. 

Toch zijn prijsverhogingen onvermijdelijk, maar het is lastig om dat als eerste te doen. Ondanks dat veel zaken vol zitten is men toch bang dat gasten dan een deur verder gaan. De marges zijn daardoor klein geworden waardoor alleen een verhoogde omzet niet genoeg is om ook de kapitaallasten te blijven betalen. Door corona hebben veel (jonge) horecabedrijven niet veel spek meer op de botten. Opgeven is ook lastig want voor veel horecaondernemers is de waarde van zaak hun pensioenpotje.