‘Politiestraatwerk onder corona. Verbinding tussen landelijk beleid en lokale gemeenschap’
Nieuwe publicatie in de reeks Politiewetenschap van het Programma Politie en Wetenschap.
In het coronabeleid is het vermogen van de politie om lokaal maatwerk te leveren onvoldoende benut. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Politiestraatwerk onder corona’, uitgevoerd door NHL Stenden Hogeschool, Open Universiteit en de Politieacademie in opdracht van het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap. De politietaak tijdens een pandemie is om de lokale samenleving te helpen door de crisis te komen. De politie moest echter landelijke corona-maatregelen handhaven zonder rekening te houden met de lokale situatie. ‘Mark Rutte stuurt de wijkagent aan.’, aldus de onderzoekers. Burgemeesters werden gepasseerd, het model van ‘gebiedsgebonden politie’ genegeerd. Politiemensen ervoeren dan ook spanning tussen landelijke maatregelen en lokale handhaving. Het onderzoek biedt twee aandachtspunten voor een volgende crisis. Het eerste is een open uitwisseling van ideeën over morele keuzes en dilemma’s binnen de politie. Het tweede is het in de lokale gemeenschap, onder gezag van de burgemeester en begeleid door politiemensen, organiseren van ‘micro-fieldlabs’ om te ontdekken wat lokaal wél kan, om zo aan burgers een perspectief te bieden.
Het onderzoek bestond naast literatuuronderzoek uit het interviewen van politiemensen van basisteams, een media-analyse om eerdere crises te reconstrueren en het raadplegen van politiecijfers om politiestraatwerk ten tijde van corona te vergelijken met politiestraatwerk van daarvóór.
Politiestraatwerk onder corona
Het onderzoek richt zich op de eerste maanden van de coronapandemie en kent twee perspectieven. Het eerste perspectief is alledaags politiewerk en is in hoofdzaak gebaseerd op praktijkverhalen van politiemensen. Politiestraatwerk onder corona kent drie soorten typische corona-gebeurtenissen: optreden tegen overtredingen van regels omtrent afstand houden; hulp verlenen aan onwel geworden personen; en optreden tegen ‘corona-spugers’ of hoesters. Bij de eerste soort is de meeste variatie in het optreden, van streng tot meegaand en creatief. Daar spelen morele dilemma’s een duidelijke rol en wringt het landelijke beleid het meest met de lokale omstandigheden. Bij de andere twee soorten gebeurtenissen ligt het eenvoudiger: aan onwel geworden personen wordt hulp verleend en ‘corona-spugers’ worden aangehouden, in de regel zonder te letten op risico’s voor de eigen gezondheid.
Politie in crisistijd en ethische dilemma’s
Het tweede perspectief in het onderzoek is ‘de politie in crisistijd’. In de coronacrisis diende de politie een nieuwe sociale orde te handhaven, inclusief repressief optreden tegen gewone burgers die dingen deden die daarvóór nog normaal waren. Dat, terwijl de te handhaven verboden onderwerp waren van maatschappelijke discussie. De Nederlandse politie werkt vanuit de filosofie van gebiedsgebonden politie, wat inhoudt dat zij rekening houdt met lokale samenlevingsnormen. Het handhaven van de centraal landelijk afgekondigde coronamaatregelen staat daarmee op gespannen voet. De combinatie van de coronamaatregelen, die vaak diep ingrepen op persoonlijke levens, en ‘gewone mensen’ als doelgroep, maakte politiestraatwerk onder corona tot een ingewikkelde balanceeract met ethische dilemma’s. ‘Hiervoor ben ik niet bij de politie gekomen.’
Micro-fieldlabs
Het onderzoek leidt tot de conclusie dat burgemeesters bij een volgende pandemie de ruimte moet worden gegeven om met micro-fieldlabs te werken aan lokaal perspectief. Een micro-fieldlab is een werkelijk kleinschalig experiment, bijvoorbeeld om te ontdekken of en zo ja hoe een restaurant tien gasten kan hebben dan wel hoe op een dag vijf mensen in een zorginstelling bezoek kunnen krijgen. Het doel is om samen te ontdekken wat wél kan en de lokale gemeenschap perspectief te bieden in donkere tijden. Bij zo’n experiment zijn in elk geval betrokken het lokale bestuur, medisch deskundigen en wetenschappers die het experiment evalueren en daarover rapporteren. De rol voor de politie is het verbinden van partijen, het handhaven van de spel¬regels en, mocht dat nodig zijn, het beschermen van het experiment.
Ook voor andere crises dan een pandemie zijn de twee hoofdbevindingen uit dit onderzoek van belang: aandacht voor ethische dilemma’s in de alledaagse handhaving en een betere balans tussen landelijk beleid en de uitgangspunten van gebiedsgebonden politiewerk.
Dit is een origineel bericht van Het Programma Politie en Wetenschap
Ga naar alle berichten van deze organisatie.