Lachgasgebruik is meetbaar en beïnvloedt rijgedrag

19 FEB 2024 16:00 | Het Programma Politie en Wetenschap

‘Aantoonbaarheid van recreatief lachgasgebruik in bloed, speeksel, uitgeademde lucht en de effecten op de rijvaardigheid’

Nieuwe publicatie van het Programma Politie en Wetenschap 

Recreatief lachgasgebruik is tot minstens 60 minuten na inhalatie meetbaar in ademlucht en bloed en het is technisch haalbaar om hiervoor een meetinstrument te ontwikkelen. Dit blijkt uit een onderzoek van onderzoekers van TNO, Universiteit Maastricht, en het LUMC, naar de detecteerbaarheid van recreatief lachgasgebruik bij bestuurders en de impact op rijvaardigheid. De studie bevestigt verder dat de roes direct na recreatief lachgasgebruik de rijvaardigheid zo beïnvloedt dat het niet verantwoord is aan het verkeer deel te nemen. De gedragseffecten van lachgas blijven ook na de initiële intense roes nog geruime tijd meetbaar. De onderzoeken werden uitgevoerd in opdracht van het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap en de politie. 

Willem Woelders, portefeuillehouder drugs bij de politie, is blij met de onderzoeksresultaten: “Dit onderzoek toont aan dat je lachgas in ademlucht en bloed kunt aantonen en dat gebruik van lachgas in het verkeer de rijvaardigheid aantast. Iets wat wij in onze dagelijkse politiepraktijk al zagen (veel ongelukken in het verkeer). Ook biedt dit onderzoek een beginpunt om in de toekomst een meetinstrument te laten ontwikkelen waardoor we lachgasgebruik in het verkeer nog beter kunnen handhaven.”

Onderzoek naar lachgas in het verkeer

Op dit moment is er nog geen meetmethode om lachgas in het lichaam aan te tonen in bijvoorbeeld uitgeademde lucht, bloed of speeksel. De politie handhaaft nu op grond van APV-bepalingen en andere strafwetgeving (zoals de Wegenverkeerswet). Tot nu was ook onbekend hoe lang lachgas aantoonbaar blijft en wat de precieze invloed is op de rijvaardigheid. In dit onderzoek worden technieken genoemd die het meest geschikt zijn voor het detecteren van lachgas in uitgeademde lucht, bloed of speeksel in een handhaving- en opsporingscontext. Het vaststellen van een grenswaarde waarboven de invloed op de rijvaardigheid te groot is, was op basis van dit onderzoek niet mogelijk. Daarvoor is nader onderzoek noodzakelijk.  

In het onderzoek zijn in het TNO laboratorium kansrijke meettechnieken getest en gevalideerd op toepasbaarheid, mede op basis van adem- en bloedmonsters van proefpersonen. Het effect van het gebruik van lachgas op gedrag is door de Universiteit Maastricht getest bij 24 proefpersonen. 

Annette Kliphuis, research manager CBRN bij TNO: “Ons onderzoek richt zich op innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied van onder andere veiligheid en gezondheid. Het onderzoek naar de detectie van het gebruik van lachgas in het verkeer is een bijdrage aan het veiliger maken van de samenleving. Jan Ramaekers van de Universiteit Maastricht vult aan: “Tijdens de kortdurende roes van lachgas is het onmogelijk om een auto te besturen. Zelfs na afloop van de lachgasroes zijn er nog kleine resteffecten op psychomotorisch functioneren die tot minstens 45 minuten lijken aan te houden”.

Conclusies 

•    Recreatief lachgasgebruik is tot minstens 60 minuten na inhalatie meetbaar in ademlucht en bloed. 

•    De resultaten tonen aan dat handhaving- en opsporingstoepassingen van recreatief lachgasgebruik in het verkeer technisch haalbaar is. 

•    De initiële roes direct na recreatief lachgasgebruik is onverenigbaar met een verantwoorde verkeersdeelname. 

•    De gedragseffecten van lachgas verdwijnen niet helemaal na de initiële intense roes die ervaren wordt tijdens en tot 1 minuut na inhalatie. 

De onderzoekers bevelen aan om vervolgonderzoek te doen om duidelijk in kaart te brengen welke aspecten van rijvaardigheid negatief beïnvloed worden en in welke mate. Dat zou ook antwoord kunnen geven op de vraag bij welke concentratie lachgas de impact op ongevalsrisico onverantwoord wordt. Ander vervolgonderzoek kan meer duidelijkheid geven of en onder welke voorwaarden een speekseltest ingezet kan worden als meetmethode. 

NADERE INFORMATIE: Van de zijde van de onderzoekers: - Universiteit Maastricht Persvoorlichter Mark van der Linde 06-40920086 mark.vanderlinde@maastrichtuniversity.nl - TNO Woordvoerder TNO Maarten Lörtzer 06-20420732 maarten.lortzer@tno.nl - Politie Suzanne van de Graaf 06-20479041 of Luna van Heerwaarden 06-18652808 - Politie en Wetenschap Annemieke Venderbosch, directeur Programma Politie & Wetenschap: 06-3216168 De samenvatting is gratis te downloaden van de website www.politie.nl, www.politieenwetenschap.nl etc.

Meer binnen de rubriek Wetenschap