'Basisscholen geven te weinig gymles'

Een les bewegingsonderwijs op school is voor veel kinderen de belangrijkste plek waar specifieke aandacht wordt gegeven aan het aanleren van motorische vaardigheden. Juist voor de kinderen die buiten schooltijd weinig bewegen. Toch lukt het scholen niet altijd om te voldoen aan de wettelijke richtlijnen van 2 x 45 minuten bewegingsonderwijs per week. Deze week bevestigt onderzoek van Mulier Instituut dit: een derde van de basisscholen voldoet niet aan de norm.

Naast dat de richtlijn rondom bewegingsonderwijs niet altijd gehaald wordt, voldoet ook maar 60,4 procent van de kinderen tussen de 4 en 12 jaar aan de beweegrichtlijnen (RIVM, 2023). Daar valt winst te halen want beweegmomenten tijdens de schooldag zorgen ervoor dat kinderen meer aandacht hebben tijdens de les. Daarnaast hebben kinderen meer plezier als ze meer bewegen tijdens de schooldag. Denk hierbij aan het stimuleren van bewegen in de vorm van energizers, actief transport van en naar school of beweegstimulering in de pauze. 

Belang van bewegen en bewegingsonderwijs

Goed en voldoende bewegingsonderwijs in het basisonderwijs draagt bij aan ontwikkeling van motorische vaardigheden en een leven lang bewegen. En daarnaast heeft voldoende en veelzijdig bewegen een positief effect op de fysieke en mentale gezondheid, motorische ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.  

Kinderen die op jonge leeftijd voldoende en gevarieerd bewegen in een uitdagende en gevarieerde omgeving, hebben gemiddeld betere algemene, motorische vaardigheden dan kinderen die minder bewegen en minder gevarieerd bewegen. Goed ontwikkelde motorische vaardigheden zijn belangrijk voor het ontwik­kelen en behouden van een actieve leefstijl. Met andere woorden; met plezier voldoende en gevarieerd bewegen zorgt dat kinderen nu, maar vooral ook op latere leeftijd, niet alleen lichamelijk actiever, maar ook fitter zijn.