Op verschillende manieren kan de Tweede Kamer het burgers eenvoudiger maken om een petitie of burgerinitiatief in te dienen. Dat zegt het Rathenau Instituut in het rapport Voor het voetlicht, dat vandaag verschijnt. Als de Kamer besluit om hiervoor een eigen digitaal platform op te richten, zal ze eerst helder in beeld moeten krijgen wat ze daarmee wil bereiken en hoe ze wil omgaan met de reacties die erop zullen binnenkomen.
Via petities kunnen Nederlanders al ruim 200 jaar aan de overheid verzoeken om iets wel of niet te doen. Sinds 2006 hebben ze ook de mogelijkheid om via een burgerinitiatief een concreet voorstel op de agenda van de Tweede Kamer te zetten, als voldoende anderen dat steunen. Op verzoek van de Tweede Kamer onderzocht het Rathenau Instituut hoe deze petities en burgerinitiatieven in de praktijk functioneren en of een digitaal platform ervoor zou kunnen zorgen dat meer burgers er gebruik van maken.
De huidige werkwijze rondom petities en burgerinitiatieven gaat sterk uit van de logica, organisatie en werkwijze van de Tweede Kamer, zo maakt het rapport duidelijk. Daardoor zijn het vooral individuen en organisaties die de weg in Den Haag kennen, die er gebruik van lijken te maken.
Mede aan de hand van voorbeelden uit het buitenland laat het rapport zien hoe de werkwijze van de Kamer beter kan aansluiten op de leefwereld, behoeften en mogelijkheden van burgers die minder bekend zijn in politiek Den Haag. Zo zou een petitiecommissie of een petitieloket hen kunnen helpen bij het formuleren van hun verzoek of voorstel en ervoor zorgen dat dit op de juiste plek terechtkomt. Ook kunnen ze burgers die met vergelijkbare onderwerpen bezig zijn met elkaar in contact brengen, zodat ze geen dubbel werk hoeven doen en hun krachten kunnen bundelen.
Ook een nieuw online platform kan het proces rondom het aanbieden van petities en burgerinitiatieven transparanter en eenvoudiger maken. Met name bij burgerinitiatieven zou het van nut kunnen zijn door indieners te helpen bij het verzamelen van de benodigde 40.000 handtekeningen en de verificatie ervan. Ook kan het sneller duidelijkheid bieden over de vraag of een voorstel voldoet aan de formele eisen en of anderen er niet al mee bezig zijn. De verwachting dat zo’n platform groepen burgers bij de politiek zal betrekken die nu niet betrokken zijn, lijkt minder reëel, zo laten ervaringen uit Groot-Brittannië, Schotland en Duitsland zien.
‘Elk initiatief dat burgers nemen om zich in het parlement te laten horen, is het waard om gekoesterd te worden’, zegt onderzoekscoördinator Paul Diederen van het Rathenau Instituut. ‘Maar om recht te doen aan hun inspanningen moet het parlement daar wel adequaat op kunnen reageren. Dat vraagt om inspanning van Kamerleden en ambtelijke ondersteuning. Anders creëer je alleen maar teleurstelling.’
Dit is een origineel bericht van Rathenau Instituut
Ga naar alle berichten van deze organisatie.