Onlangs beleefden zelf ontworpen en op afstand bestuurbare vliegtuigjes van studenten van de Hogeschool van Amsterdam-HvA hun luchtdoop bij NLR. Deze vliegtest maakte deel uit van de derdejaars minor ‘Design, Build en Fly’-DBF van de HvA, die als doel heeft studenten kennis en ervaring op te laten doen in het ontwerpen, construeren en programmeren van op afstand bestuurbare vliegtuigjes of drones. De vluchten vonden plaats onder verantwoordelijkheid van NLR op het Nederlands RPAS Test Centrum-NRTC van NLR in Marknesse. Twee van de vier toestellen wisten alle onderdelen van de vliegtest succesvol uit te voeren.
De minor ‘DBF ‘ is een vast onderdeel van Aviation Studies aan de HvA. De randvoorwaarden voor de vier teams die aan de minor deelnamen waren onder meer dat de maximale vleugelspanwijdte twee meter was, dat de teams nieuwe materialen als composiet moesten toepassen en dat ze de plastic onderdelen 3D moesten printen. De hardware, zoals de autopilot en overige elektronica leverde de HvA zelf aan. De studenten bouwden de vliegtuigjes in de technische werkplaats van de HvA, op basis van de geldende technische eisen.
Tijdens de test moesten met de vier elektrisch aangedreven vliegtuigjes een aantal onderdelen uitgevoerd worden. In de ochtend betrof het testvluchten waarbij de maximale snelheid, de maximale klimhoek en een zweefvlucht-dus met de motor uit -werden bepaald. Het middagonderdeel bestond er uit dat de vliegtuigjes automatisch een pakketje moesten droppen op een vooraf vastgesteld coördinatiepunt en daarna uit zichzelf weer moesten landen.
De vervolgopdracht voor de studenten houdt in dat de berekeningen die ze vooraf gemaakt hebben van onder andere snelheid en liftcurves overeenkomen met de gegevens die ze aflezen van de autopliot. Het uiteindelijke cijfer is niet alleen gebaseerd op de vliegtest zelf, maar omvat ook een beoordeling van het ontwerp, de bouw, de nauwkeurigheid van genoemde berekeningen en de analyse en rapportage achteraf. Ook teamwork en communicatie tellen mee in de eindbeoordeling.
De vluchten vonden plaats onder verantwoordelijkheid van NLR, omdat de studenten beroepsmatig vliegen en geen brevet daarvoor hebben. Bovendien beschikken de toestellen niet over een luchtwaardigheidscertificaat. De week ervoor hadden de onderzoekers van NLR al een grondinspectie uitgevoerd om de vliegtuigjes te controleren op luchtwaardigheid. In dat verband stelden de NLR-medewerkers ook verplichte aanpassingen voor aan een van de vliegtuigjes.
De studenten gingen een ervaring rijker en met een rugzak vol NLR-tips weer terug naar de Hogeschool. Met het laagdrempelig ter beschikking stellen van faciliteiten als NRTC en het overdragen van kennis ten behoeve van het onderwijs geeft NLR mede aanvulling aan zijn maatschappelijke functie. Meer in het bijzonder draagt NLR zo bij aan het opleiden van studenten op het gebied van vliegtuigontwerp en het toepassen daarbij van de nieuwste technologie. Uiteindelijk versterkt NLR daarmee het innovatieve vermogen en de concurrentiekracht van de Nederlandse industrie op het gebied van lucht- en ruimtevaart.
Dit is een origineel bericht van Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR)
Ga naar alle berichten van deze organisatie.