De opkomst van deepfakes is niet meer te stoppen. Gelukkig kunnen we ons wel tegen het gemanipuleerde audio- en videomateriaal wapenen. Dat blijkt uit het Europese rapport Tackling deepfakes in European policy dat onder leiding van het Rathenau Instituut tot stand kwam. Het rapport doet aanbevelingen voor beleid gericht op technologie, verspreidingsplatformen, makers, slachtoffers en het grote publiek.
Dankzij deepfake-technologie wordt gemanipuleerd audio- en videomateriaal steeds overtuigender. Een paar jaar geleden was er nog een stemacteur, een speciaal pak en veel tijd nodig om nepvideo’s te maken. Nu is er al software die op een snelle computer live het beeld aanpast zodat je in een videovergadering het gezicht van iemand anders kunt gebruiken.
De deepfake-technologie biedt kansen voor bijvoorbeeld onderwijs, wetenschap en entertainment. Maar er zitten ook risico’s aan gemanipuleerd beeld en geluid. Denk aan publieke vernedering met gefabriceerde naaktbeelden, oplichting door deepfake-telefoongesprekken en ondermijning van de media en de democratie.
Om te helpen de negatieve impact te beperken hebben onderzoekers uit Europa een rapport gemaakt dat beleidsmakers ondersteunt. Dat beleid, zo benadrukken de onderzoekers, moet niet alleen gericht worden op nieuwe technologie om deepfakes op te sporen. Ook de verspreidingsplatformen, de makers van deepfakes, de slachtoffers en het grote publiek kunnen met beleid worden ondersteund, aangepakt, geholpen of bewapend.
Mariëtte van Huijstee, coördinator bij het Rathenau Instituut: “Er wordt weleens gedacht dat bestaande regels genoeg houvast bieden, maar dat is niet zo. Ons onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat slachtoffers echt extra steun nodig hebben om hun recht te halen.”
Het rapport is onderdeel van een groter project rond deepfakes van STOA, het officiële orgaan van het Europees Parlement dat onderzoek doet naar de toekomst van wetenschap en technologie. Naast onderzoekers van het Rathenau Instituut waren ook onderzoekers uit Duitsland en Tsjechië betrokken.
Dit is een origineel bericht van Rathenau Instituut
Ga naar alle berichten van deze organisatie.