Vakbonden hebben in hun ultimatum-brief volgens BOVAG dermate extreme en onrealistische eisen gesteld aan een nieuwe cao voor onder meer auto- en fietsbedrijven dat betaalbare mobiliteit voor de burger in gevaar komt. Zo tellen de eisen van vakbond FNV op tot een loonkostenstijging voor werkgevers van wel 40 procent. Kosten die 1 op 1 doorberekend zullen moeten worden in de werkplaatstarieven.
Het ultimatum inzake een nieuwe cao Motorvoertuigenbedrijven en Tweewielerbedrijven (MvT) dat BOVAG van de vakbonden ontving, bevat volgens BOVAG onrealistische eisen. De bonden houden vast aan hun eis van respectievelijk 7 procent (FNV),6 procent (CNV) en 7,3 procent (de Unie) loonsverhoging. Bovendien verlangt FNV daarbovenop alsnog automatische prijscompensatie én een 32-urige werkweek met behoud van loon.
Onrealistische eisen
BOVAG kan en wil niet voldoen aan het ultimatum, omdat de gevraagde loonsverhogingen buitenproportioneel zijn, gegeven de situatie in de sector. Inmiddels wordt er op beperkte schaal actie gevoerd door vakbonden, waarbij opvalt dat de actiebereidheid onder monteurs beperkt is.
BOVAG vindt de eis van de bonden om de lonen met 6 of 7 procent te verhogen zowel onrealistisch als onverantwoord. De inflatie afgelopen jaar was 3,3 procent. Dat is door werkgevers deels al gecompenseerd door de fors loonsverhoging van opgeteld gemiddeld 10,5 procent in het afgelopen jaar en daarnaast zijn de feitelijke salarissen verder gestegen ten opzichte van de cao-tabellen. Werkgevers in de automotive en tweewielersector nemen hierin hun verantwoordelijkheid.
Winstdaling
Vanzelfsprekend is zo’n stevige verhoging niet elke cao-ronde opnieuw haalbaar. Zeker niet in tijden waarin de vooruitzichten zeer matig zijn. De nettowinst van de gemiddelde autodealer bedroeg in het derde kwartaal van 2024 slechts 0,89 procent van de omzet, tegenover 1,43 procent in hetzelfde kwartaal in 2023. Dat betekent een winstdaling van 34 procent! Ondanks een gemiddelde omzetgroei van 6 procent. Daarbij is er prijsdruk op de gebruikte-automarkt en wordt die ook verwacht op de markt voor nieuwe auto’s. Over alle MvT-sectoren is het signaal dat ze sterk te maken hebben met oplopende kosten.
Bijna de helft van de fietsbedrijven heeft te maken met een winstdaling, zo blijkt uit de BOVAG Ondernemersmonitor. Een derde van de fietsbedrijven zegt zijn bedrijf ter overname aan te willen bieden. En liefst 14 procent wil stoppen. En dat is niet uit luxe.
Peter Niesink, algemeen directeur BOVAG: “Het is me een raadsel waar vakbonden vandaan halen dat de winst 3 tot 5 keer harder gestegen zou zijn dan de lonen. Het is een beeld dat we niet herkennen, en dat wordt gestaafd door onze Ondernemersmonitor en Branchebarometer.”
“De extra forse loonsverhoging die vakbonden vragen is ook niet nodig, omdat onderzoek uitwijst dat er in de sector door veel werkgevers behoorlijk boven cao wordt betaald, in de strijd om goed technisch personeel. Daar komt bij dat de Nederlandsche Bank werkgevers en werknemers oproept gezamenlijk hun verantwoordelijkheid te nemen om de inflatie niet verder te laten oplopen en een loonspiraal te voorkomen.”
Mobiliteit onbetaalbaar
En dan is er de zeer ongewenste maatschappelijke impact als de lonen twee jaar op rij zeer fors zouden stijgen. Bedrijven zien zich dan genoodzaakt die veel hogere loonsom door te berekenen in hun prijzen. En daarmee wordt mobiliteit stap voor stap onbetaalbaar voor de mensen met de kleinste portemonnee. Die zullen bijvoorbeeld beurten gaan overslaan, met alle gevolgen van dien voor de verkeersveiligheid. Of ze doen noodgedwongen hun auto de deur uit, wat hen zal beperken in hun sociale en werkzame leven. Nu al is het beeld dat de uurtarieven in de branche te hoog zijn voor krappe beurs.
Tot slot: als het gaat om het op peil houden van de koopkracht van mensen is dat niet alleen een verantwoordelijkheid van de werkgevers, maar evenzeer van de overheid.
Inflatiecorrectie
BOVAG heeft in de vijfde gespreksronde zijn loonbod verhoogd tot inflatiecorrectie. Dat wil zeggen dat BOVAG bereid is om de gemiddelde inflatie van 2024, zoals die door het CBS is vastgesteld op 3,3 procent, gefaseerd te compenseren. Zodat de werknemers er komend jaar sowieso niet op achteruit gaan. BOVAG blijft van mening dat dat passend is gezien de forse loonstijging in de afgelopen jaren en de matige vooruitzichten voor de branche. Peter Niesink: “BOVAG roept andere branches op het voorbeeld van loonmatiging te volgen om de dreigende loonspiraal van ons af te wenden en werk te maken van het terugdringen van de inflatie in Nederland.”
Dit is een origineel bericht van BOVAG
Ga naar alle berichten van deze organisatie.