De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 7 september 2022 haar advies vastgesteld over het wetsvoorstel voor de herinvoering van de basisbeurs voor het hoger onderwijs. Het advies is op 12 september 2022 openbaar gemaakt en gepubliceerd op de website van de Raad van State.
Inhoud wetsvoorstel
Met het wetsvoorstel wil de regering de basisbeurs opnieuw invoeren in het hoger onderwijs. Daarnaast breidt het wetsvoorstel de aanvullende beurs uit naar studenten met ouders die een middeninkomen verdienen (tot € 70.000 bruto). Ook bevat het wetsvoorstel een tegemoetkoming aan studenten die onder het zogenoemde leenstelsel hebben gestudeerd. Als de regering de basisbeurs voor hoger onderwijs opnieuw wil invoeren, dan zal zij haar voorstel uitgebreider moeten beargumenteren, omdat het stelsel structureel wordt herzien en beter onderbouwd moet worden dat hiervoor in de toekomst voldoende geld beschikbaar blijft.
Doelstellingen herinvoering basisbeurs
De Afdeling advisering is zich bewust van maatschappelijke ontwikkelingen, het belang van studentenwelzijn en het publieke debat over het leenstelsel. Daarom begrijpt zij dat de regering maatregelen wil nemen. Het opnieuw invoeren van de basisbeurs betekent echter wel dat het studiefinancieringsstelsel structureel wordt herzien. Een structurele herziening is ingrijpend. Daar past ook een uitgebreide argumentatie bij. Die ontbreekt nog. De argumentatie zou de regering volgens de Afdeling advisering nog moeten aanvullen en uitdiepen. Zij kan daarbij mogelijk teruggrijpen op de oorspronkelijke doelstellingen van studiefinanciering, zoals het maatschappelijk profijt, de financiële zelfstandigheid van studenten en de voorbereiding op de arbeidsmarkt.
Bestendigheid herinvoering basisbeurs
Ook is het van belang dat de keuze voor herinvoering van de basisbeurs bestendig is, juist omdat de regering de onzekerheid van jongere generaties wil verminderen. Daarom moet zij als ze de basisbeurs opnieuw wil invoeren, beter onderbouwen dat er voldoende geld beschikbaar zal blijven. Daarbij moet rekening worden gehouden met de sterke stijging van het aantal studenten in het hoger onderwijs en met de doorberekening van de inflatie. Met het oog op deze ontwikkelingen heeft de regering de hoogte van basisbeurs, de inkomensgrens en de hoogte van de aanvullende beurs in dit wetsvoorstel onvoldoende onderbouwd.
Tegemoetkoming
Verder begrijpt de Afdeling advisering goed dat de regering het mislopen van de basisbeurs voor een generatie studenten wrang vindt en dat daaruit de wens voortkomt om een gebaar te maken via een tegemoetkoming. Zoals de regering zelf aangeeft, is er geen juridische verplichting om dit te doen. Zo’n onverplichte tegemoetkoming moet beperkt blijven tot bijzondere gevallen om precedentwerking te voorkomen. In de toelichting bij het wetsvoorstel moet de regering daarom duidelijker verwoorden waarom dit een bijzonder geval is, bijvoorbeeld vanwege een buitengewone schuldenproblematiek bij studenten.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.