Het Voedingscentrum zegt in het Algemeen Dagblad dat niet iedereen op voorzorg voedingssupplementen hoeft te nemen. Alleen voor specifieke groepen is het raadzaam, zoals voor zwangere vrouwen. Er wordt geadviseerd om bij gezondheidsklachten naar de huisarts te gaan, om te kijken of er sprake is van een vitamine- of mineralentekort.
Preventief gebruik van voedingssupplementen kan echter mogelijke tekorten verminderen of voorkomen. Daarom is het niet voldoende om mensen voedingssupplementen aan te raden, zodra het kwaad is geschied en iemand al last heeft van gezondheidsklachten.
Het advies van het Voedingscentrum is daarom ongunstig verwoord. Wanneer iemand voortdurend moe is, bleek ziet en duizelig is, dan kan het zijn dat er al langere tijd sprake is van een ijzertekort. Dit soort klachten kunnen mogelijk worden verzacht, of zelfs worden voorkomen, door preventief voedingssupplementen te gebruiken en dat verdient meer erkenning van het Voedingscentrum. Bovendien kan het ook financieel verzachtend zijn, ten aanzien van het voorschrijven van geneesmiddelen, waarvan de kosten een stuk hoger kunnen liggen.
Wanneer iemand niet de juiste hoeveelheid vitamines en mineralen binnenkrijgt (aan de hand van de schijf van vijf) dan kunnen voedingssupplementen dit aanvullen. Preventief supplementengebruik kan dus voor een grotere groep mensen gezondheidsvoordelen opleveren, dan dat het Voedingscentrum nu stelt.