Journalisten die worden tegengewerkt door rechtszaken van overheden en zakenlieden moeten beter worden beschermd. Daarom heeft het Europees Parlement een pakket aan maatregelen aangenomen, waarmee juridische stappen tegen journalisten, maar ook activisten en maatschappelijke organisaties, moeten worden tegengegaan. De vrijheid van media en meningsuiting moet in alle EU-lidstaten gewaarborgd worden. Juridische tegenwerking is er in de toekomst dan niet meer bij.
Het Europarlement heeft een rapport aangenomen met stuitende bevindingen op het gebied van media-onvrijheid. Het document bevat ook maatregelen om zogenoemde ‘Strategische rechtszaken ter ontmoediging van publieke participatie’ (SLAPP’s) tegen te gaan. In bepaalde lidstaten worden journalisten, activisten en non-gouvernementele organisaties (ngo’s) voor de rechter gesleept door overheden en bedrijven. Het zijn zaken met overdreven en vaak beledigende claims, die de beklaagden moeten intimideren en professioneel in diskrediet moeten brengen. Het uiteindelijke doel is om ze te chanteren en het zwijgen op te leggen.
In het rapport stellen Europarlementariërs verschillende stappen voor die zulke rechtszaken moeten stoppen. Er moet één EU-richtlijn komen die SLAPP’s niet zomaar meer mogelijk maakt en ervoor zorgt dat de slachtoffers worden beschermd. Ook moeten er regels komen tegen zogenoemd ‘smaadtoerisme’, waarbij bijvoorbeeld buitenlandse zakenlui naar de rechter gaan om media in een bepaald EU-land tegen te werken, omdat de jurisdictie aldaar voor hen gunstig uitpakt.
Het Parlement wil rechtszaken tegen journalisten, activisten en ngo’s ook in een vroeg stadium kunnen stoppen. De rechtbank kan een zaak dan op grond van objectieve criteria afwijzen. En als de eiser niet kan bewijzen dat zijn zaak de beklaagde niet tegenwerkt, dan kan juist hij vervolgd worden. Ook zaken waarin overheden en bedrijven samen optrekken tegen journalisten en anderen uit het maatschappelijk middenveld, moeten aan banden worden gelegd, stellen de Europarlementariërs. Verder willen ze een EU-fonds optuigen voor hulp aan slachtoffers en hun familieleden, en voor het trainen van advocaten en rechters.
‘Dit rapport moet als een blauwdruk dienen om journalisten te beschermen en om hen die de waarheid zoeken beschutting te geven,’ zegt de Maltese co-rapporteur Roberta Metsola, die benadrukt dat haar rapport ook bedoeld is ‘om de vrijheid van meningsuiting te garanderen en ons recht om te willen weten hoog te houden’. Haar Duitse collega Tiemo Wölken zegt: ‘Het is onze plicht om journalisten, ngo’s en het maatschappelijk middenveld, die rapporteren over zaken van algemeen belang, te beschermen. Onze rechtbanken moeten nooit een speelplaats worden van rijke en machtige individuen, bedrijven of politici. Noch moeten ze zijn overladen of worden misbruikt voor persoonlijk gewin.’
De Nederlandse Europarlementariër Lara Wolters (PvdA) zegt: ‘Een levendig en open debat is een van de fundamenten van onze democratie en rechtsstaat. Maar helaas staat de persvrijheid op verschillende plekken in Europa onder druk. Als journalisten voortdurend in de rechtszaal moeten zitten en advocaten moeten betalen, kunnen ze hun werk niet doen. Met dit wetsvoorstel dringen we bij de Europese Commissie aan op wetgeving die onzinrechtszaken moet stoppen en de persvrijheid moet beschermen.’
Sinds kort doet de Europese Commissie onderzoek naar rechtszaken waarin bovengenoemde spelers worden tegengewerkt. In 2022 moet dat resulteren in een EU-wet op de mediavrijheid. Het door de Europarlementariërs aangenomen rapport zorgt voor een raamwerk voor die wet. In enkele EU-landen worden steeds vaker juridische middelen ingezet om journalisten en activisten te dwarsbomen. De aankomende mediawet moet dat soort toestanden in de toekomst tegengaan en voorkomen.
Dit is een origineel bericht van Europees Parlement
Ga naar alle berichten van deze organisatie.