Innovatie is in Nederland geen exclusief grootstedelijk fenomeen. De helft van de innovatie bedrijven is gevestigd in maar liefst 30 gemeenten. Dit zijn innovatieve hotspots. De andere helft bevindt zich buiten die gemeenten. Innovatieve startups en snelgroeiende bedrijven zitten vooral in Amsterdam, Rotterdam, Haarlemmermeer en Utrecht. Dit blijkt uit een analyse die het Rathenau Instituut vandaag publiceert.
Elke sector heeft zijn eigen hotspots, zonder dat dit betekent dat sectoren volledig geconcentreerd zijn in bepaalde regio’s. Bedrijven en kennisinstellingen zoeken door heel Nederland samenwerking. Op het gebied van hightech bijvoorbeeld, werken partijen uit Brainport Eindhoven veel samen met partijen in Amsterdam, Delft, en Enschede, terwijl Wageningen verbonden is met de land- en tuinbouwsector door het hele land.
In Europees vergelijkend perspectief doen alle Nederlandse regio’s het goed. Utrecht, Noord-Brabant en Noord-Holland bevinden zich in de Europese top. De aanwezigheid van hoogopgeleiden is een belangrijke randvoorwaarde voor innovatie. Hun aanwezigheid concentreert zich in de universiteitssteden, maar ze wonen overal in het land. Typisch stedelijk zijn innovatieve ‘startups’ en ‘scale-ups’ – beginnende en snelgroeiende bedrijven. Die concentreren zich rond Amsterdam, Rotterdam en Utrecht.
In 2015 werd in Nederland bijna 14 miljard euro geïnvesteerd in R&D, waarvan 56% door private partijen. Uit de analyse blijkt dat in de provincie Zuid-Holland met 3 miljard euro het meeste wordt geïnvesteerd in R&D, gevolgd door Noord-Brabant met 2,8 miljard euro.
Dit is een origineel bericht van Rathenau Instituut
Ga naar alle berichten van deze organisatie.