Tweetalig onderwijs wint terrein in het voortgezet onderwijs. Het Engels wint terrein in het hoger onderwijs. Toch is het Engels van de Nederlander helemaal niet zo goed: onze uitspraak laat bijvoorbeeld veel te wensen over. Een uitdaging voor de docenten Engels in het onderwijs. Frans Hermans, promovendus bij het Welten-instituut en lerarenopleider Engels bij Fontys, onderzocht hoe je de professionalisering van leerkrachten Engels het best kunt organiseren. Hij ontwikkelde een computerprogramma dat zij in hun lessen kunnen inzetten om leerlingen te laten oefenen met de uitspraak. Hermans verdedigt zijn proefschrift op 29 juni 2018 bij de Open Universiteit in Heerlen.
Uitspraak bepaalt geloofwaardigheid
Hermans is docent aan de lerarenopleiding van Fontys in Sittard en geeft les aan toekomstige docenten Engels. Hij stelt vast dat de uitspraak die zijn studenten op de middelbare school hebben aangeleerd nog veel te wensen overlaat. En uitspraak is belangrijk, aldus Hermans. Niet alleen omdat verkeerde uitspraak kan leiden tot miscommunicatie. Een goede uitspraak is ook van groot belang voor je geloofwaardigheid. Mensen met een native accent worden eerder geloofd. Gezien de groeiende rol van het Engels in het onderwijs en het onderwijsleven, kun je dan ook maar beter een goede uitspraak aanleren. Daar ligt een flinke taak voor de docenten Engels op middelbare scholen.
Zes klassieke uitspraakfouten
Waar gaat het fout met de uitspraak van Nederlanders? Hermans deed een inventarisatie bij derdejaars vwo en 3 tweetalig vwo, en bij derdejaars bachelorstudenten. Op basis daarvan stelde hij een top zes samen van de meest gemaakte uitspraakfouten. Vervolgens ontwikkelde hij een computerprogramma waarmee leerlingen kunnen werken aan deze zes uitspraakfouten. Het programma werd uitgetest op vijf middelbare scholen en een mbo-instituut en bleek een aanzienlijke verbetering van de uitspraak op te leveren. Echter, programma’s en andere innovaties kunnen nog zo effectief zijn: als leerkrachten het niet kunnen of willen integreren in hun lessen verandert er niets. Voor Hermans was het computerprogramma dan ook maar een instrument in zijn werkelijke onderzoeksvraag: hoe kun je de professionalisering van docenten Engels het beste organiseren?
Professionalisering leerkrachten
Bij het ontwikkelen en testen van het programma ontwikkelde hij een aanpak die de kans op succesvolle implementatie van vernieuwingen en op duurzame professionalisering van docenten vergroot. “We hebben de docenten betrokken bij de ontwikkeling van het programma. Dat heeft ertoe geleid dat het gemakkelijk is om te gebruiken. Het past bij wat ze zelf vinden dat ze nodig hebben. Ze zien meteen resultaat bij hun leerlingen. Bovendien helpt het hen om zich vaardiger te voelen.” Allemaal aandachtspunten voor effectieve en duurzame professionalisering. Hij signaleerde ook hinderpalen voor de inzet van vernieuwingen: tijdgebrek en gebrek aan support van collega’s en leidinggevenden maken dat leerkrachten de motivatie verliezen om te vernieuwen en te professionaliseren.
Near-native
De lerarenopleiding van Fontys gaat het programma in elk geval in de lessen gebruiken, evenals de Fontys-brede minor Engelse cultuur. “Als onze studenten het goed aanleren, kunnen ze het straks ook weer goed overbrengen op hun leerlingen. We willen in elk geval bereiken dat ze near-native klinken. én kunnen werken met nieuwe, modernere middelen.”
Frans Hermans (Heerlen, 1969) verdedigt zijn proefschrift From defining the educational challenge to sustainable changes in teacher behaviour: Professionalising teachers of English in the Netherlands in the field of teaching English pronunciation op vrijdag 29 juni 2018 om 16.00 uur bij de Open Universiteit in Heerlen. Promotor is prof. dr. P.B. Sloep. Co-promotor is dr. Ir. C.J. Kreijns.
Dit is een origineel bericht van Open Universiteit
Ga naar alle berichten van deze organisatie.