Veertien miljoen kinderen hebben voedselhulp nodig. Als die niet op tijd komt kan het voor 1 miljoen kinderen definitief te laat zijn. Die verschrikkelijke boodschap laat de Belgische fotograaf Jim Huylebroek met zijn werk ‘Kinderlevens aan een zijden draadje’ zien. Save the Children roept op om de economie van Afghanistan weer op gang te helpen en de bevriezing van financiële tegoeden ongedaan te maken.
Van kinderen die onder zeildoek wonen tot woestijngemeenschappen die putten graven en regenwater verzamelen. Huylebroek reisde met Save the Children door de door droogte geteisterde vlaktes in het noorden tot de ijskoude straten van Kabul. De beelden vertellen de verhalen van kinderen in hun strijd om te overleven. Gezinnen die onmogelijke beslissingen nemen over welk kind ze kunnen voeden en welk kind honger zal lijden. Babies die op weg naar medische behandeling sterven, moeders die alleen op een vuile vloer bevallen omdat ze het zich niet kunnen veroorloven om naar het ziekenhuis te reizen; en kinderen die op straat moeten werken om eten op tafel te zetten.
Chris Nyamandi, directeur van Save the Children in Afghanistan: “Noodhulp kan kinderen de winter door helpen, maar hulp alleen is niet genoeg. De economie van Afghanistan is een op contant geld gebaseerde economie. Buitenlandse regeringen moeten een manier vinden om vitale fondsen en financiële tegoeden te ontsluiten om te voorkomen dat er nóg meer doden vallen.”
Conflict, klimaatverandering en corona zijn een dodelijke combinatie voor kinderen. Maar nu verergert de economische ineenstorting van het land de crisis voor kinderen nog dramatischer. Allerlei diensten die voorheen door de Afghaanse overheid werden uitgevoerd, zijn nu gestopt. Staatsziekenhuizen zijn gedwongen te sluiten, omdat ze het personeel niet kunnen betalen. Zwaar zieke kinderen kunnen vaak niet behandeld worden, omdat er simpelweg geen medicijnen zijn. Daar waar medicijnen wel beschikbaar zijn, zoals in privé klinieken, zijn ze te duur voor arme gezinnen.
In het noorden van Afghanistan woont Laalah* van twaalf met haar moeder en vier andere broers en zussen in een tent, gebouwd met zeildoek in de kelder van een half afgebouwd gebouw. Laalah: “Ik hoop dat er in de toekomst scholen zijn. Ik wil naar school gaan, zou graag lerares of dokter willen worden. Ik wil dat we goed leven, dat we goed eten.” Haar veertigjarige vader Maalek* worstelt om werk te vinden als arbeider en heeft soms geen andere keuze dan zijn zonen op pad te sturen om afval te zoeken om te verkopen of te verbranden om hun huis warm te houden. Maalek: “Als kinderen vrij zijn van school, gaan ze naar buiten om afval te verzamelen. Ze gaan de straat op en verzamelen en verkopen blikjes zodat we eten of noodzakelijke schoolkosten kunnen betalen.”
In Kabul is het 12-jarige meisje Arzoo* de oudste van zeven kinderen. Haar vader kan al maanden niet werken. Arzoo’s moeder en jongste broertje zijn ziek. Arzoo: “Nu vader niet werkt neemt hij geen eten mee naar huis. De ene dag hebben we een maaltijd, de andere dag alleen wat brood.” De hele winter zijn de scholen gesloten en zijn de kinderen thuis.
Nyamandi: “Elk van deze verhalen is een krachtige herinnering aan de grimmige realiteit voor gezinnen in het hele land, de dagelijkse strijd om de winter te overleven en de miljoenen jonge levens die op het spel staan. De tijd dringt voor Afghaanse kinderen om steun te krijgen die ze zo hard nodig hebben.”
Wat doet Save the Children?
Save the Children start deze week een fondsenwervende actie onder haar eigen donateurs. In Afghanistan is de organisatie in 13 van de 34 provincies aanwezig met een aanzienlijk aantal stafleden. De organisatie is sinds 1976 aanwezig in Afghanistan met noodhulp (voedselhulp, winterkleding en brandstof), gezondheidszorg, onderwijs en kinderbescherming. In Afghanistan geeft de organisatie hulp in contanten. Dat helpt voorkomen dat gezinnen hun toevlucht nemen tot kinderarbeid en hun kinderen vroeg uithuwelijken.
Dit is een origineel bericht van Save the Children
Ga naar alle berichten van deze organisatie.