Dit is een expertquote van Johan de Jong, Expert Digitale Overheid bij CGI Nederland
U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen, met vermelding van de naam van de expert en organisatie. Aanleiding: Eerste Kamer akkoord met Wet digitale overheid | Computable.nl
De Eerste Kamer heeft op 21 maart het wetsvoorstel digitale overheid aangenomen en deze wordt vanaf 1 juli 2023 in fases ingevoerd.
De overheid is geruime tijd bezig met de digitalisering van haar dienstverlening om de toegankelijkheid hiervan voor burgers en bedrijven te vergroten. Om misbruik te voorkomen en te zorgen dat gevoelige gegevens niet in verkeerde handen vallen, is het noodzakelijk voldoende zekerheid over de identiteit van de gebruiker te hebben.
Met de Wet digitale overheid wordt een belangrijke randvoorwaarde in dit kader ingevuld. Publieke dienstverleners kunnen vanaf nu de implementatie van erkende publieke en private inlogmiddelen op hun portalen vormgeven en bepalen welk betrouwbaarheidsniveau nodig is om toegang te krijgen tot hun digitale diensten. Tegelijkertijd is het voor burgers en bedrijven de verwachting dat diensten toegankelijker worden, omdat ze gebruik kunnen maken van hun favoriete inlogmiddel.
Er ontstaan echter ook nieuwe vraagstukken die de complexiteit juist weer vergroten, zoals het herkennen van dezelfde gebruiker met verschillende inlogmiddelen. Wat als een dienstverlener een gebruiker toegang heeft verleend tot een dienstenportaal en die een dienst wil afnemen waarvoor een hogere betrouwbaarheid nodig is? En misschien nog wel complexer is de situatie wanneer je gebruik wilt maken van een gemachtigde; machtigingenregisters zijn nu vooral aan specifieke inlogmiddelen of doelen gekoppeld. Hoe houd je dit beheersbaar bij meerdere inlogmiddelen als er nog geen generiek machtigingenregister is?
Dit is een origineel bericht van CGI Nederland
Ga naar alle berichten van deze organisatie.