Onderzoek herbevestigt conclusies OVV-rapport mortierongeval Mali

31 AUG 2022 11:03 | Onderzoeksraad voor Veiligheid

Onderzoek herbevestigt conclusies OVV-rapport mortierongeval Mali

Vandaag publiceert de Onderzoeksraad voor Veiligheid de bevindingen uit het heropende onderzoek naar het mortierongeval in Mali in 2016. De Raad stelt vast dat er geen nieuwe feiten zijn gevonden die aanleiding geven tot heroverweging van de conclusies uit het eerdere onderzoek. De Onderzoeksraad heropende het eigen onderzoek uit 2016 nadat bleek dat in een vervolgonderzoek van de Koninklijke Marechaussee (KMar) nieuwe feiten naar voren zouden zijn gekomen. Door de nieuwe feiten zou de door de Onderzoeksraad vastgestelde toedracht van het ongeval mogelijk ter discussie staan. Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid: “Het is onze plicht naar de nabestaanden en de samenleving om bij twijfel opnieuw de feiten te onderzoeken. Voor de Raad is het van belang dat onze rapporten boven iedere twijfel verheven zijn. Tijdens het heropende onderzoek vonden we echter meer bevestiging voor onze eerdere conclusies.”

Twijfel over herkomst granaatscherven

Nadat de nabestaanden in april 2018 aangifte deden tegen Defensie bij het Openbaar Ministerie (OM) heeft het OM aan de Koninklijke Marechaussee (KMar) opdracht gegeven tot aanvullend onderzoek. De KMar gaf in dit aanvullend onderzoek aan dat het niet uit te sluiten was dat de onderzochte granaatscherven vermengd waren geraakt met andere granaatscherven. Dit KMar-onderzoek was tot oktober 2021 niet bekend bij de Raad. Nadat de Raad hierop werd gewezen is het onderzoek heropend om de mogelijk nieuwe feiten te onderzoeken.

Conclusies en aanbevelingen uit 2017 herbevestigd

Het heropende onderzoek door de Raad heeft geen nieuwe feiten naar voren gebracht. Wel leverde het onderzoek extra informatie op waardoor de eerdere conclusies worden bevestigd. De Raad vond uitsluitsel over het verzamelen van de granaatscherven na het fatale ongeval. De onderzochte granaatscherven zijn niet vermengd geraakt met andere granaatscherven. De granaatscherven van het ongeval zijn direct verzameld en afgevoerd, overige granaten zijn daarna vernietigd. Dit wordt bevestigd door getuigen van de Franse eenheid die destijds in Mali aanwezig waren.

De Onderzoeksraad stelde in het eerste rapport dat aan de granaatscherven te zien is dat het ontstekingsmechanisme van de mortiergranaat instabiel was. Door vocht en warmte was oxidatie ontstaan in de mortiergranaat. Hierdoor ontstonden koperazide kristallen in het ontstekingsmechanisme. Koperazide is schokgevoelig en explosief, dit veroorzaakte de vroegtijdige ontploffing van de mortiergranaat. Dit scenario is ook bevestigd door een munitiedeskundige, verbonden aan de Britse defensieafdeling Defence Equipment and Support, die een onafhankelijk rapport opstelde in opdracht van het Nederlandse Openbaar Ministerie.

Aandacht voor de munitiebeheer

Uit het eerste OVV-onderzoek bleek dat de aanschaf, beheer en gebruik van munitie binnen Defensie niet verliep volgens de eigen richtlijnen. Na het fatale ongeluk in Mali zijn de resterende circa 10.000 granaten geblokkeerd en wachten nog steeds op ontmanteling. Het blijft van groot belang dat de veiligheid en gezondheid van de betrokken medewerkers bij de ontmanteling geborgd is. In het licht van de geschiedenis van dit fatale ongeluk zou het goed zijn als de minister van Defensie de Tweede Kamer periodiek informeert over de voortgang van de ontmanteling en de kwalitatieve verbeteringen in het munitiebeheer.

 

Meer binnen deze rubriek