De burgemeester van Tilburg heeft een vestiging van KAV Autoverhuur B.V. in die stad ten onrechte twee dwangsommen opgelegd. Dat is de uitkomst van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (3 maart 2021). De zaak ging over het niet naleven van de vergunningsplicht die de burgemeester in 2017 introduceerde voor een deel van de Tilburgse autoverhuurbranche. De burgemeester wil met de vergunningsplicht een onveilig en malafide ondernemersklimaat tegengaan, maar de Afdeling bestuursrechtspraak vindt de vergunningsplicht onvoldoende gemotiveerd.
Achtergrond
Sinds eind 2016 geeft de Algemene Plaatselijke Verordening van Tilburg de burgemeester de bevoegdheid om bepaalde bedrijven aan te wijzen en te verplichten een vergunning aan te vragen als de openbare orde of veiligheid door die bedrijven onder druk komt te staan. De gemeente wil hiermee een onveilig en malafide ondernemersklimaat tegengaan. Begin 2017 besloot de burgemeester de Tilburgse autoverhuurbranche aan zo’n vergunningsplicht te onderwerpen, waardoor een deel van de autoverhuurbedrijven met een fysieke vestiging in Tilburg een vergunning moest aanvragen. KAV Autoverhuur B.V. weigerde dat te doen omdat de vergunningsplicht volgens haar in strijd is met de Europese Dienstenrichtlijn. De burgemeester legde het bedrijf vervolgens twee dwangsommen op en vorderde in totaal een bedrag van € 45.000 in.
Vergunningsplicht
Hoewel het op grond van de Europese Dienstenrichtlijn mogelijk is om bedrijven in een bepaalde branche te verplichten om een vergunning aan te vragen, zijn daar wel eisen aan verbonden. Het besluit van de burgemeester om de autoverhuurbranche aan een vergunningsplicht te onderwerpen is echter onvoldoende gemotiveerd zodat niet beoordeeld kan worden of de vergunningsplicht aan deze eisen voldoet. De Afdeling bestuursrechtspraak bepaalt daarom dat de vergunningsplicht in dit geval niet geldt. Dit heeft tot gevolg dat de burgemeester ook geen dwangsommen mocht opleggen aan KAV Autoverhuur B.V. vanwege overtreding van de vergunningsplicht en ook niet mocht besluiten tot invordering van die dwangsommen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de dwangsom- en invorderingsbesluiten daarom vernietigd.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.
22 NOV 2024
22 NOV 2024