Minister OCW moet beslissen over openbaarheid archief vliegramp Lissabon 1961

21 OKT 2020 10:15 | Raad van State

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap moet beslissen of een nabestaande van de vliegramp bij Lissabon in 1961 inzage krijgt in het archief van de toenmalige Raad voor de Luchtvaart. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (21 oktober 2020). De rijksarchivaris van het Nationaal Archief moet het inzageverzoek van de nabestaande nu doorsturen naar de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Zij moet een beslissing nemen op het inzageverzoek, waarbij zij rekening moet houden met de aanwijzingen die de Afdeling bestuursrechtspraak in de uitspaak geeft.

Achtergrond

In mei 1961 stortte een vliegtuig van KLM neer in de buurt van Lissabon. Daarbij kwamen alle inzittenden om het leven. In juni 2018 vroeg een nabestaande van een van de bemanningsleden om inzage in het onderzoek van de toenmalige Raad voor de Luchtvaart naar de toedracht van het ongeluk. Zij deed haar verzoek echter aan de rijksarchivaris van het Nationaal Archief.

Doorsturen aan minister OCW

In de uitspraak staat dat niet de rijksarchivaris, maar de minister van OCW de zogenoemde zorgdrager voor het Nationaal Archief is. Daaronder valt ook het archief van de toenmalige Raad voor de Luchtvaart. Hoewel het uitgangspunt is dat zoveel mogelijk documenten in het Nationaal Archief openbaar zijn, staat in de Nederlandse Archiefwet en het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (hierna: het verdrag) een aantal beperkingen aan de openbaarheid van het archief van de Raad voor de Luchtvaart. De Afdeling bestuursrechtspraak is van oordeel dat de zorgdrager van het archief moet beslissen of deze beperkingen achterwege kunnen worden gelaten bij de beoordeling van het verzoek van de nabestaande. De rijksarchivaris moet het inzageverzoek daarom nu eerst doorsturen aan de minister van OCW.

Aanwijzingen aan minister van OCW

De Afdeling bestuursrechtspraak geeft in de uitspraak een aantal aanwijzingen waarmee de minister van OCW in haar besluit rekening moet houden. Zo zal zij eerst moeten onderzoeken welke documenten de nabestaande wil inzien, om te bepalen welke regels daarop van toepassing zijn.

1.    Cockpit voice recordings and airborne image recordings

Voor deze documenten of transcripten daarvan bepaalt het verdrag dat die niet “aan het publiek beschikbaar mogen worden gesteld”. Dit is een dwingende verdragsregel waar de minister niet vanaf kan wijken.

2.    Various documents of the accident investigation authority

Voor zes verschillende categorieën documenten van de Raad voor de Luchtvaart bepaalt het verdrag dat de minister van OCW een belangenafweging moet maken, na overleg met de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Daarbij moet de minister het belang van de nabestaande bij openbaarmaking van de documenten afwegen tegen het belang van personen of organisaties die door de openbaarmaking nadelig worden beïnvloed. Ook mag de minister hierbij het belang van de Staat der Nederlanden en zijn bondgenoten meewegen.

3.    Documenten waarop niet het verdrag, maar alleen de Archiefwet van toepassing is

Ook voor deze documenten moet de minister een belangenafweging maken. Hierbij moet zij het belang van de nabestaande afwegen tegen het belang van de privacy van anderen die door openbaarmaking van de documenten geschaad zouden kunnen worden.

Lees de volledige tekst van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak met zaaknummer 201908405/1 op de website van de Raad van State. Voor meer informatie over de uitspraak en/of de procedure kun je contact opnemen met mr. Wendy van der Sluijs, persvoorlichter bij de Raad van State, via 070 – 426 4812 of 06 – 23 31 75 06.

Meer binnen deze rubriek