Raad van State: staatssecretaris J&V moet nieuw onderzoek doen naar de situatie in Soedan

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid moet opnieuw onderzoek doen naar het risico dat politiek actieve Soedanese vreemdelingen lopen bij terugkeer naar Soedan. Dat oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in drie uitspraken van vandaag (15 december 2021).

Staatsgreep in Soedan

In april 2019 heeft het Soedanese leger een staatsgreep gepleegd en de regering van Omar Al‑Bashir afgezet. Samen met vakbonden, politieke oppositiepartijen en gewapende bewegingen heeft het leger in augustus 2019 een transitieregering gevormd. De transitieregering heeft laten weten aan de macht te blijven totdat er algemene verkiezingen worden gehouden.

Demonstraties en politieke oppositie

In Nederland hebben Soedanese vreemdelingen gedemonstreerd tegen zowel de voormalige regering van Omar Al‑Bashir als tegen de transitieregering. Zij zijn bang dat de Soedanese autoriteiten hiervan weten en vrezen voor hun veiligheid bij terugkeer naar Soedan. Daarom hebben zij in Nederland asiel aangevraagd. De staatssecretaris heeft de asielaanvragen afgewezen. Zij vindt dat de Soedanese vreemdelingen geen risico lopen als zij teruggaan naar Soedan, omdat de transitieregering meer ruimte biedt voor demonstraties en politieke oppositie. Volgens haar zijn ook de Soedanese veiligheidsdiensten hervormd en zijn er geen aanknopingspunten dat politieke activisten gevaar lopen. De Soedanese vreemdelingen betwisten dit, omdat de transitieregering voor een groot deel uit dezelfde militaire leiders bestaat als voorheen. Volgens hen blijkt uit verschillende bronnen dat politieke activisten nog altijd gewelddadig worden onderdrukt in Soedan.

Situatie in Soedan nog onduidelijk

Op basis van de beschikbare informatie kan geen conclusie worden getrokken over het risico dat politiek actieve Soedanese vreemdelingen lopen bij terugkeer naar Soedan. Daarom oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de staatssecretaris opnieuw de situatie in Soedan moet onderzoeken. Hierbij moet de staatssecretaris de meest recente ontwikkelingen betrekken, waaronder de nieuwe staatsgreep in oktober 2021. Deze ontwikkelingen spelen geen rol bij de uitspraken van vandaag, omdat deze hebben plaatsgevonden nadat de Afdeling bestuursrechtspraak de zaken in juli 2021 op zitting heeft behandeld.