Vandaag presenteert PBT nieuw onderzoek – uitgevoerd door Motivaction – waaruit blijkt dat 40% van de niet-leraren[1] in het onderwijs zou willen werken. Ook blijkt dat een breder loopbaanperspectief (binnen én buiten het onderwijs) het leraarschap aantrekkelijker maakt. Door circulaire carrières mogelijk te maken kan dit potentieel worden benut en het lerarentekort teruggedrongen.
Lerarentekort remt toename bètatechnische keuze jongeren
Aanleiding voor het onderzoek is de remmende werking van het toenemende lerarentekort op de groei van het aantal leerlingen dat een bètatechnische richting kiest. Het aantal onvervulde vacatures voor bètadocenten in het VO neemt de komende jaren flink toe[2] en tot 2020 zijn bijna 2.400 nieuwe techniekdocenten in het MBO nodig[3]. Doekle Terpstra, namens het kabinet aanjager van het Techniekpact: “Steeds meer jongeren kiezen voor bètatechnisch onderwijs. Het kabinet wil het Techniekpact daarom continueren. Dan hebben we wel meer techniekleraren nodig om die jongeren op te leiden; met de huidige instroom in lerarenopleidingen redden we dat bij lange na niet.”
Breder loopbaanperspectief helpt groot potentieel voor onderwijs te kiezen
In de zoektocht naar nieuwe doelgroepen liet PBT, namens het kabinet belast met de uitvoering van het Techniekpact, daarom onderzoek doen naar de beweegredenen van niet-leraren om wel of niet voor het onderwijs te kiezen. Het animo blijkt verrassend groot: 40% van de niet-leraren wil in het onderwijs werken. Beatrice Boots, directeur PBT: “Uit het onderzoek blijkt dat een breder loopbaanperspectief (hybride werken, makkelijker doorstromen naar werk buiten het onderwijs en het onderwijs laagdrempelig uitproberen) en het makkelijker kunnen halen van een lesbevoegdheid de belangrijkste factoren zijn om deze doelgroep daadwerkelijk te laten kiezen voor het onderwijs.”
Circulaire carrières bieden kansen
Deze uitkomsten sluiten naadloos aan bij de adviezen en voorgestelde aanpak in het rapport Circulaire carrières op een grenzeloze arbeidsmarkt (2016): stel het individu centraal, bied aantrekkelijke leerroutes, maak uitdagende werkroutes mogelijk en creëer in samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven circulaire carrières. Circulaire carrières zijn loopbanen waarin mensen zich vanuit hun talent in verschillende werkomgevingen ontwikkelen. Dat gebeurt nu al regelmatig. Denk bijvoorbeeld aan de journalist die politiek adviseur wordt of een softwareontwikkelaar die ondernemer wordt. Het onderzoek laat zien dat deze visie juist ook voor het onderwijs kansen biedt.
Zuidoost-Nederland zet veelbelovende aanpak door
De Techniekpactregio Zuidoost-Nederland pakte die uitdaging aan en testte de visie de afgelopen anderhalf jaar succesvol in de praktijk met een pilot voor (v)mbo docenten. Nienke Meijer, collegevoorzitter van Fontys Hogescholen en betrokken bij de pilot: “Het is een uitdaging om anders te kijken naar ontwikkelkansen voor individuen en bestaande systemen te vernieuwen. Het vraagt om innovatiekracht en samenwerking tussen scholen, bedrijven en overheden. De eerste resultaten laten zien dat een laagdrempelige introductie naar het leraarschap, meer loopbaanopties en individuele korte maatwerkroutes nieuwe doelgroepen aanspreken. Dus gaan we deze aanpak de komende jaren in samenwerking verder door ontwikkelen. Zo willen we nog meer enthousiaste en inspirerende docenten in het onderwijs verwelkomen. Onze toekomstige generatie verdient dit!”
[1] Met opleidingsniveau mbo-4 en hoger
[2] ‘De toekomstige arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel po, vo en mbo 2017-2027’ (CentERdata, 2017)
[3] ‘Sectoranalyse onderwijs’ (Regioplan, dec 2017)
Dit is een origineel bericht van Platform Bèta Techniek
Ga naar alle berichten van deze organisatie.
24 DEC 2024