Mbo-jongeren voelen zich tijdens coronacrisis vergeten

03 JUL 2020 09:57 | Save The Children Nederland

Praktisch opgeleide jongeren willen dat ze meer worden betrokken bij politieke beslissingen over de coronacrisis. Mbo-jongeren voelden zich sinds het begin van de crisis minder gehoord en achtergesteld dan jongeren uit het hoger onderwijs. Dit blijkt uit onderzoek van Save the Children, dat hierover in het rapport ‘En wij dan...de mening van 1500 mbo jongeren in coronatijd’ publiceert.

 Uit het onderzoek blijkt dat 85 procent van de respondenten aangeeft moeite te hebben met de coronamaatregelen die voor deze groep gelden. Ze missen duidelijkheid over thuisscholing en hun stage. Door de crisis krijgen ze meer verantwoordelijkheid over hun eigen schoolwerk. De jongeren vinden het lastig om hiermee om te gaan. Tijdens de crisis wisten ze niet wat ervan hen verwacht werd en of ze hun diploma nog konden halen. 

Veel jongeren kunnen door de coronamaatregelen geen of weinig stage volgen, omdat hun stage niet veilig is of omdat deze abrupt stopte. Zij ervaren hierin weinig betrokkenheid en tegemoetkoming vanuit hun school. Zo maken jongeren zich zorgen of zij na de zomervakantie met hun stages kunnen starten. Er is onzekerheid over het aanbod van stageplekken, omdat sommige bedrijven gesloten zijn of zich niet openstellen voor extra werknemers op de werkvloer. 22 procent van de jongeren ervaart dan ook gebrek aan structuur en verveling. Dit levert stress op. Communicatie vanuit scholen blijkt gebrekkig: soms is er sprake van helemaal geen communicatie.

Meer lenen

Meer dan 40 procent van de ondervraagde jongeren is zijn bijbaan verloren of kon minder uren werken door de coronamaatregelen. Sommige geven aan dat zij ook meer zijn gaan lenen bij DUO om ervoor te zorgen dat zij rondkomen. Het verlies van een (bij)baan en minder kunnen werken, draagt bij aan een slechtere financiële situatie.

Eenzaamheid groot onder mbo-jongeren

Sociale contacten zijn een groot en belangrijk onderdeel van het leven van jongeren. Die (intensieve contacten) worden nu erg gemist. Jongeren geven aan zich best eenzaam te voelen. Ze hebben voornamelijk behoefte aan fysiek sociaal contact en verschillende (laagdrempelige) activiteiten om met vrienden te ondernemen. Veel jongeren gaan regelmatig uit of naar festivals, maar er zijn op dit moment weinig alternatieven nu veel van deze activiteiten niet door kunnen gaan. Dit zorgt voor een grotere mate van verveling en eenzaamheid.

Start schooljaar: meer duidelijkheid nodig

Ook in het nieuwe studiejaar zal een groot deel van de lessen online plaatsvinden. Dit betekent nieuwe regels, ander soort roosters en waarschijnlijk ook andere verwachtingen. De jongeren willen meer duidelijkheid over de coronamaatregelen en structuur op school, als zij vanaf september weer naar school of hun stage gaan. Marjolein Weidema, senior projectmedewerker binnenlandprogramma Save the Children Nederland: “Dat betekent duidelijkheid over de lesdagen, stages en welke maatregelen wanneer en op welke wijze voor hen van kracht zijn. Ook hebben jongeren behoefte aan betere begeleiding vanuit school. Betrek ze daarom bij de plannen, vraag ze om advies, evalueer de maatregelen en ga het gesprek aan.”

Over het onderzoek • Save the Children Nederland vroeg bijna 1500 praktisch opgeleide jongeren naar de impact van de coronacrisis op hun leven, thuis en op school. Ook organiseerde de hulporganisatie online dialoogsessies met jongeren over wat gemeenten voor hen kunnen doen. Ongeveer 20 procent van de Nederlandse bevolking gaat naar het mbo. Onder deze groep is een groter uitvalpercentage dan onder jongeren op hogere opleidingsniveaus. Door de coronacrisis bestaat de kans dat deze groep zonder startkwalificatie de arbeidsmarkt op gaat, wat hun kansen op deze arbeidsmarkt verkleint. • Save the Children Nederland voerde het onderzoek uit van april 2020 tot juni 2020 werden enquêtes afgenomen en gesprekken gevoerd met jongeren. • 1500 jongeren in de leeftijd van 16 tot en met 20 jaar deden mee aan de enquête. Een groot deel is 17 jaar (27 procent), 24 procent is 18 jaar, 14 procent is 19 jaar en 11 procent is 20 jaar. Een kwart van de respondenten kwam uit Noord-Holland (25 procent), een groot deel uit Noord-Brabant (19 procent), Zuid-Holland (17 %) en Friesland (14 procent). 67 procent van de respondenten is een mesje, 32 procent een jongen. • Het onderzoek maakt deel uit van het project ‘Speaking Minds’, dat door Save the Children sinds 2016 in Nederland wordt uitgevoerd. Speaking Minds richt zich op de participatie en betrokkenheid van jongeren bij besluitvorming. Hoe lager iemand is opgeleid, hoe kleiner de betrokkenheid doorgaans. Praktisch opgeleide jongeren hebben vaak weinig vertrouwen in de politiek. Kinderen en jongeren tot 18 jaar hebben volgens het VN Kinderrechtenverdrag recht op het geven van hun mening over beleid dat hen aangaat. Toch blijkt volgens de Kinderombudsman dat jongeren in Nederland te weinig worden betrokken bij de vormgeving van beleid. Met Speaking Minds wil Save the Children er daarom voor zorgen dat jongeren kunnen meepraten, meedoen en meebeslissen over zaken die hen aangaan. • Premier Rutte riep in mei jongeren op om hun stem te laten horen. Veel jongeren reageerden hierop, maar praktisch opgeleide jongeren zijn hierin nog steeds ondervertegenwoordigd.

Meer binnen de rubriek Benodigdheden voor bijzonder onderwijs