De klimaatdoelen die regering en parlement zichzelf hebben gesteld in de Klimaatwet worden niet gehaald. Dat kan alleen als er nu al aanvullende maatregelen worden genomen om de uitstoot van broeikasgassen beduidend te verminderen. Daarmee kan niet worden gewacht. Uit de Klimaat- en Energieverkenning 2020 van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat er geen wezenlijke voortuitgang is geboekt ten opzichte van vorig jaar: de geschatte vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in 2030 blijft met 34% ver achter op het wettelijke doel van 49%. Ook het einddoel, een vermindering van de uitstoot in 2050 met 95%, lijkt hiermee uit zicht. Er is nu een samenhangend en gecoördineerd wetgevingsprogramma nodig om de doelen alsnog te bereiken. Verder is er nog veel nodig om de zogenoemde regionale energiestrategieën succesvol uit te voeren.
Eerste Klimaatnota
Dit zijn de belangrijkste conclusies van de Afdeling advisering van de Raad van State over de eerste Klimaatnota van de regering. In de Klimaatnota beschrijft de regering – dit jaar voor het eerst – de voortgang van het klimaatbeleid aan de hand van de doelstellingen in de Klimaatwet.
Daadwerkelijk méér doen
Het is volgens de Afdeling advisering zaak dat de regering nu al met aanvullende voorstellen komt om de uitstoot van broeikasgassen verder naar beneden te brengen, zeker gelet op het voorstel van de Europese Commissie om het klimaatdoel voor 2030 verder aan te scherpen naar 55%. Bovendien bieden de omvangrijke herstel- en steunmaatregelen die tijdens de coronacrisis worden genomen concrete kansen om daadwerkelijk méér te doen. Daarnaast moet er snel meer zicht komen op de broeikasgasreductie die wordt verwacht van aangekondigd beleid. Dat zicht ontbreekt vaak nog, waardoor onduidelijk is wat de kwantitatieve voortgang is van voorgenomen maatregelen.
Wetgevingsprogramma
De lijst met diverse wetsvoorstellen en regelingen die de regering bij de Klimaatnota heeft gevoegd is weliswaar overzichtelijk, maar schiet te kort voor een samenhangende en gecoördineerde aanpak. Daarvoor is een echt wetgevingsprogramma nodig waarin de maatregelen niet alleen inhoudelijk op elkaar worden afgestemd, maar waarin ook prioriteiten worden aangegeven.
Regionale Energiestrategieën
De dertig regio’s zijn het afgelopen jaar voortvarend aan de slag gegaan met de regionale energiestrategieën. Maar er is veel nodig om van papier naar daadwerkelijke uitvoering te komen. Allereerst komt er veel aan op de bestuurskracht van gemeenten. Daar is tijd en geld voor nodig. Verder maken het Rijk en de decentrale overheden andere afwegingen bij het nemen van maatregelen. Daar is dus meer samenhang nodig. Ook moeten de maatregelen uit de regionale energiestrategieën concurreren met andere belangen, zoals woningbouw, infrastructuur en natuur. Dat kan de uitvoering belemmeren. Ten slotte is het voor de uitvoering en voortgang van de regionale energiestrategieën belangrijk dat de democratische legitimatie verder wordt versterkt; daarover bestaat nu te veel onduidelijkheid.
Nieuwe taak
In de Klimaatwet die sinds 1 september 2019 geldt, heeft de Afdeling advisering van de Raad van State een nieuwe taak gekregen: het toetsen van het klimaatbeleid van de regering. Zij doet dat door elke vijf jaar het Klimaatplan van de regering te toetsen. Dit is voor het eerst gebeurd in oktober 2019. Dit jaar heeft de Afdeling advisering zich voor het eerst gebogen over de jaarlijkse Klimaatnota. Om deze nieuwe taak goed te kunnen uitvoeren, maakt de Afdeling advisering gebruik van een toetsingskader.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.
24 DEC 2024