De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een zogenoemde tussenuitspraak de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) gevraagd onderzoek te doen naar de oorzaak van een aantal schades aan een woning in Meedhuizen. Volgens de eigenaar van de woning zijn deze veroorzaakt door de gaswinning in Groningen, maar volgens het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) is dat niet het geval. Na het advies van een onafhankelijk, gerechtelijk deskundige van de StAB, zal de Afdeling bestuursrechtspraak een einduitspraak doen in deze zaak.
Achtergrond
De gaswinning in Groningen veroorzaakt schade aan huizen en gebouwen in de provincie. Sinds 1 juli 2020 handelt het IMG verzoeken om vergoeding van deze schades af. Tegen een beslissing van het IMG kan hoger beroep worden ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Deze zaak is de eerste rechtszaak waarin de Afdeling bestuursrechtspraak een oordeelt velt over een beslissing van het IMG. Het IMG en de eigenaar zijn het niet eens over welke schades aan de woning het gevolg zijn van de gaswinning en dus ook niet over de hoogte van de schadevergoeding. Volgens de inwoner zou hij recht hebben op ruim € 30.000, terwijl het IMG tot een bedrag van ruim € 6.000 komt.
Bewijsvermoeden
Voor de afhandeling van schades als gevolg van de Groningse gaswinning geldt een wettelijk bewijsvermoeden. Dat betekent dat in de wet is geregeld dat van schade die redelijkerwijs van de Groningse gaswinning zou kunnen zijn, ook vermoed wordt dat die daardoor is veroorzaakt. In de dagelijkse praktijk past het IMG dit wettelijk bewijsvermoeden toe door alle schade te vergoeden, tenzij het IMG aan de hand van een adviesrapport aantoont dat er voor de schade evident en aantoonbaar een andere oorzaak is dan de gaswinning. De Afdeling bestuursrechtspraak is van oordeel dat het IMG hiermee een aanvaardbare invulling geeft aan het wettelijk bewijsvermoeden. Hiermee wordt recht gedaan aan de doelstelling van de wetgever om schade van de Groningse gaswinning ruimhartig en voortvarend af te handelen.
Deskundige
Volgens het IMG blijkt uit een adviesrapport dat tien schades aan de woning evident en aantoonbaar een andere oorzaak hebben dan de gaswinning. De eigenaar van de woning betwist dat en heeft dat onderbouwd met een tegenrapport. Dit rapport is echter pas tijdens de procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak ingediend. Het roept de vraag op of het IMG terecht voor deze tien schades en ook voor schade aan de fundering, een evidente en aantoonbaar andere oorzaak dan gaswinning heeft aangewezen. Voor het antwoord op deze vraag is technische en bouwkundige kennis nodig. Daarom heeft de Afdeling bestuursrechtspraak een onafhankelijk, gerechtelijk deskundige van de StAB om een onderzoek gevraagd.
Herstelkosten
Over vijftien schades zijn partijen het eens dat die vergoed moeten worden. De eigenaar is het echter niet eens met de herstelmethodes en de vaste vergoedingen die het IMG daarvoor hanteert, maar die bezwaren slagen niet. Het IMG moet per jaar vele tienduizenden schades vergoeden en maakt daarom gebruik van vaste vergoedingen voor vrijwel alle soorten schadeherstel waarmee de totale vergoeding kan worden berekend. Dit betekent dat het IMG van dit berekeningsmodel mag uitgaan bij het vaststellen van de schadevergoedingen.
Hoe nu verder?
De StAB is een zelfstandige stichting die alleen werkt voor de (bestuurs)rechter. Voor de StAB werkt een groot aantal gespecialiseerde gerechtelijk deskundigen. De Afdeling bestuursrechtspraak vraagt de StAB regelmatig om aan de hand van een specifieke onderzoeksvraag advies uit te brengen in een concrete zaak. In dit geval heeft de Afdeling bestuursrechtspraak de StAB gevraagd om aan de hand van het adviesrapport van het IMG en het tegenrapport van de woningeigenaar te onderzoeken of “met een hoge mate van zekerheid is vast te stellen of de tien schades en de schade aan de fundering een andere oorzaak hebben dan gaswinning”. De gerechtelijk deskundige zal daarvoor onderzoek aan de woning doen en met beide partijen praten. Als het advies van de StAB-deskundige klaar is, krijgen beide partijen eerst de gelegenheid om daarop te reageren. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak een einduitspraak doen in deze zaak.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.
22 NOV 2024
22 NOV 2024