Het aantal mensen dat jaarlijks promoveert aan een Nederlandse universiteit is in 25 jaar ruim verdubbeld, van circa 2.000 in 1991 tot circa 5.000 in 2016. Van deze gepromoveerden vindt 30% een baan aan een universiteit of universitair medisch centrum, 70% vindt een baan buiten de academische wereld. De arbeidsmarkt voor gepromoveerden blijkt daarmee voor een groot deel buiten de universiteit te liggen. Dit blijkt uit een nieuw rapport van het Rathenau Instituut dat de gegevens van 16.000 gepromoveerden onderzocht.
Vrijwel alle gepromoveerden vinden werk, ongeacht hun gekozen onderzoeksrichting. Buiten de academische wereld werken ze bijvoorbeeld bij advies- en ingenieursbureaus en is het doen van onderzoek een hoofdbestanddeel van hun functie. Ze worden er doorgaans hoger beloond. Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut: “Promoveren doe je niet uitsluitend voor een loopbaan aan een universiteit. In onze kennissamenleving is een promotie vaak de voorbereiding voor een baan, waarin de kennis en onderzoeksvaardigheden van gepromoveerden hoog gewaardeerd worden”.
Het rapport ‘De zin van promoveren - Loopbanen en arbeidsmarktperspectieven van gepromoveerden’ is een analyse door het Rathenau Instituut van een dataset van het CBS die op verzoek van de OESO is verzameld om internationaal vergelijkende inzichten te verkrijgen. Het Rathenau instituut stimuleert de publieke en politieke meningsvorming over de maatschappelijke aspecten van wetenschap en technologie. Het instituut doet onderzoek en organiseert het debat over wetenschap, innovatie en nieuwe technologieën.
Dit is een origineel bericht van Rathenau Instituut
Ga naar alle berichten van deze organisatie.