De Blankenburgverbinding kan er komen. De bezwaren tegen het tracébesluit van de toenmalige minister van Infrastructuur en Milieu zijn ongegrond. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (18 juli 2018).
Dit betekent dat Rijkswaterstaat ten westen van Rotterdam een nieuwe weg kan aanleggen die de A15 verbindt met de A20. Een deel van het traject zal als tunnel worden uitgevoerd. Met het project wil de minister de bereikbaarheid van de Rotterdamse regio blijven garanderen en de economische groei in het gebied stimuleren. Tegen het tracébesluit waren verschillende bezwaarmakers in beroep gekomen, waaronder Natuurmonumenten, het Actiecomité Blankenburgverbinding Nee, de Stichting A4 met Vaart en omwonenden.
Alternatieven voor de verbinding
Volgens de bezwaarmakers had de minister meer alternatieven moeten onderzoeken. Zij vinden dat de minister zich in een te vroeg stadium heeft geconcentreerd op de Blankenburgverbinding en daarbij andere oplossingen niet serieus heeft genomen. De Afdeling bestuursrechtspraak gaat echter niet mee in deze bezwaren. Naast twee varianten van een nieuwe westelijke oeververbinding heeft de minister acht andere maatregelen onderzocht, zoals een kilometerheffing. Uit onderzoeken blijkt dat de verkeersproblemen daarmee niet zouden worden opgelost. Ook heeft de minister niet hoeven kiezen voor een tunnel op een andere locatie, de zogenoemde Oranjetunnel. Uit het onderzoek is voldoende duidelijk geworden dat de Blankenburgverbinding meer voordelen biedt.
Stikstofuitstoot
Verder vrezen de bezwaarmakers dat de stikstofuitstoot, die een gevolg is van het gebruik van de Blankenburgverbinding, beschermde natuurgebieden in de omgeving aantast. In de uitspraak van vandaag wijst de Afdeling bestuursrechtspraak ook deze bezwaren van de hand. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de minister voldaan aan de voorwaarden in de Wet natuurbescherming. De minister heeft voldoende onderbouwd dat er geen alternatief is voor de Blankenburgverbinding, dat er "dwingende redenen van openbaar belang" zijn om de verbinding aan te leggen en dat de nodige compensatie plaatsvindt voor de gevolgen voor de natuur.
PAS
In mei 2017 stelde de Afdeling bestuursrechtspraak zogenoemde prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie in Luxemburg over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). In afwachting van de antwoorden van het Hof op deze vragen, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak de behandeling van zaken aangehouden waarin gebruik wordt gemaakt van het PAS. Ook de zaak over de Blankenburgverbinding heeft de Afdeling bestuursrechtspraak om die reden aangehouden. De minister besloot daarop in september 2017 het tracébesluit op zo’n manier te wijzigen dat er geen gebruik wordt gemaakt van het PAS, zodat de Afdeling bestuursrechtspraak de zaak verder kon behandelen.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.