Michelle Habets
De Milieucommissie van het Europees Parlement stemt 24 januari over het wetsvoorstel voor nieuwe genomische technieken (NGT's). Het wetsvoorstel versoepelt de regels voor het op de markt brengen van genetisch gemodificeerde gewassen in Europa. Het gaat om technieken die zijn ontwikkeld nadat de Europese Commissie begin deze eeuw strenge regels vaststelde voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo). Deze technieken, zoals CRISPR-Cas, zijn sneller, eenvoudiger en goedkoper toe te passen dan de oudere.
Uit focusgroepenonderzoek van het Rathenau Instituut blijkt dat Nederlandse burgers de nieuwe gentechnieken het liefst streng willen blijven reguleren. Ze twijfelen over de veiligheid ervan en willen op productetiketten kunnen lezen of deze technieken gebruikt zijn. Burgers onderkennen dat deze nieuwe technieken gewassen kunnen opleveren die beter bestand zijn tegen ziektes en de gevolgen van klimaatverandering. Tegelijkertijd hebben ze er weinig vertrouwen in dat deze technieken daadwerkelijk gebruikt zullen worden voor het oplossen van maatschappelijke problemen, omdat bedrijfsbelangen veelal voorop zullen staan.
De mening van Nederlanders wijkt dus af van de weg die het Europese wetsvoorstel inslaat én van het standpunt dat de Nederlandse regering daarover heeft ingenomen.
Het Europees Parlement is nu aan zet om de stem van burgers mee te nemen in de besluitvorming over versoepeling van de Europese ggo-wetgeving. Bij versoepeling van de regels zie ik een risico dat commerciële belangen de huidige intensieve landbouw in stand houden en de doelen van de Green Deal in gevaar komen.
Dit is een origineel bericht van Rathenau Instituut
Ga naar alle berichten van deze organisatie.