Twee van de drie Nederlanders vanaf 18 jaar zijn bekend met wilsverklaringen over medische behandelwensen. Toch wordt het daadwerkelijk invullen van een wilsverklaring vaak uitgesteld. Dat blijkt uit representatief onderzoek van Motivaction in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE). De niet-reanimerenpenning is de bekendste wilsverklaring, met een score van 59 procent.
Op 5 oktober schrijven honderden mensen tegelijk hun wilsverklaring
De NVVE organiseert elk jaar de Dag van de Wilsverklaring. Het doel is Nederlanders kennis te laten maken met de wilsverklaring en ze te wijzen op de mogelijkheid regie te voeren op het levenseinde. In Utrecht (Geertekerk), Groningen (Martiniplaza) en Maastricht (MECC) kunnen mensen op 5 oktober de einde-van-je-levensles volgen. Tijdens deze les staan de wilsverklaring en keuzes rondom het levenseinde centraal. Bovendien wordt er direct gestart met het opstellen van de eigen wilsverklaring. Dit onder leiding van de dagvoorzitters Ria Bremer (Utrecht), Judith Bosch (Groningen) en Elles de Bruin (Maastricht) en met persoonlijke hulp van de NVVE-vrijwilligers. De NVVE geeft drie wilsverklaringen uit: de medische volmacht, het behandelverbod en het euthanasieverzoek. De niet-reanimerenpenning wordt uitgegeven door Patiëntenfederatie Nederland.
Intentie vs. actie
Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat een derde van de respondenten die bekend zijn met wilsverklaringen, er een heeft of bezig is met het opstellen daarvan. Ruim een derde is van plan dit in de toekomst te doen. ‘Voor de NVVE reden te meer om voorlichting te geven over het belang van wilsverklaringen. De NVVE geeft haar leden persoonlijke begeleiding bij het opstellen. Dat verlaagt de drempel’, zegt NVVE-bestuursvoorzitter Fransien van ter Beek.
Drempelvrees bij het opstellen van een wilsverklaring
In het onderzoek werd ook de vraag gesteld waarom wilsverklaringen nog niet zijn opgesteld. De belangrijkste redenen: ‘geen directe noodzaak’ (42 procent), ‘ik stel het uit’ (32 procent) en ‘ik ben nu niet ziek’ (31 procent). Fransien van ter Beek: “De ervaring leert dat het best ingewikkeld is om een wilsverklaring voor later op te stellen, om de juiste bewoordingen te vinden en je eigen wensen en grenzen te bepalen. In welke situatie wil je niet meer behandeld worden? Wanneer vind je dat jouw leven geen kwaliteit meer heeft? Wij zien vaak dat mensen wachten tot het te laat is. Een arts en naasten weten dan niet hoe de persoon in kwestie dacht.’
Jonge ouderen beter op de hoogte
Behalve aan alle Nederlanders vanaf 18 jaar, zijn er voor het onderzoek ook specifiek vragen gesteld aan mensen tussen de 55 en 74 jaar en van 75-90 jaar. Hieruit blijkt dat 55-74-jarigen beter op de hoogte zijn. De conclusie is dan ook dat er in deze generatie meer bewustzijn is over de mogelijkheid van regie op het levenseinde.
Wat wil je vastleggen in een wilsverklaring?
De voornaamste zaken die Nederlanders in een wilsverklaring willen regelen zijn in welke situaties wel of niet gereanimeerd of nog behandeld moet worden, wie voor je mag beslissen als je dat zelf niet meer kunt, of organen gedoneerd mogen worden, en in welke situaties om euthanasie wordt gevraagd. Ongeveer de helft van de respondenten die de wilsverklaring kent, denkt aan deze zaken.
Dit is een origineel bericht van NVVE
Ga naar alle berichten van deze organisatie.