Dit is een expertquote van Martijn Moerkerk, Partner Strategie, Boer & Croon Management.
U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen, met vermelding van de naam van de expert en organisatie. Aanleiding: Kledingbedrijven moeten hun eigen afvalberg opruimen
Met de invoering van uitgebreide productieverantwoordelijkheid (UPV) regelgeving vanaf 1 juli 2023 worden kledingmerken verplicht om meer stappen te zetten in de richting van circulariteit. Die verantwoordelijkheid wordt uitgebreid naar end-of-life. Dat kan in de vorm van recycling, maar eigenlijk is (refurbished) hergebruik nog veel interessanter.
Overproductie
Voordat we verder op hergebruik ingaan is het belangrijk om te analyseren wat de kern van het probleem is, namelijk overproductie door (voornamelijk) fast-fashionketens. Er wordt ontzettend veel kleding vrijwel ongebruikt weggegooid. In de westerse wereld worden jaarlijks gemiddeld circa 50 kledingstukken per persoon aangeschaft. Nog geen twintig jaar geleden waren dat er slechts 10 tot 15 stuks. In de ladder van circulariteit is “refuse” één van de eerste stappen. Dit terzijde, er is nog veel te winnen in de verduurzaming van de textielindustrie. We gaan hieronder in op veranderingen in de ontwerpfase.
Ketensamenwerking: recyclemogelijkheden beginnen bij het design
Cruciaal voor het realiseren van circulaire kleding is ketensamenwerking. Door al in de ontwerpfase samen te werken met partners in de productieketen, kunnen kledingbedrijven nadenken over hoe ze kleding slim kunnen ontwerpen, inpakken en vervoeren. Het doel is om kleding gemakkelijk te kunnen inzamelen voor zowel recycling als hergebruik. Hierbij is het verminderen van overproductie en het gebruik van blends die lastig te recyclen zijn een belangrijk aandachtspunt.
Hergebruik en reparatie
Het is een belangrijke stap om kleding zo te produceren dat het kan worden gerecycled. Maar nog beter is het als kleding kan worden hergebruikt, eventueel na reparatie. Dit vereist nauwe samenwerking tussen productiepartners, stoffabrikanten en partijen die verantwoordelijk zijn voor het einde van de levenscyclus van kleding. Het repareren, refurbishen en reconditioneren van kleding kunnen bijdragen aan het verlengen van de levensduur en het verminderen van afval. Als dat niet meer mogelijk is kan er bijvoorbeeld nieuwe kleding gemaakt worden van oude spijkerbroeken door deze uit elkaar te halen. Zo voorkom je dat denim helemaal door een arbeids- en energie-intensief recycleproces moet gaan.
Take-back programma´s
Veel merken zijn nog ver verwijderd van de 25 procent doelstelling voor reparatie en hergebruik. Kleine merken tonen vaak meer betrokkenheid bij groene initiatieven, maar de grootste impact kan worden gerealiseerd door de medewerking van grote merken zoals H&M en Zara. Deze nemen al maatregelen om het einde van de levenscyclus van kleding beter te faciliteren met initiatieven zoals take-back programma's. Maar het fast-fashion-bedrijfsmodel blijft echte vooruitgang in de weg zitten.
Dit is een origineel bericht van Boer & Croon
Ga naar alle berichten van deze organisatie.