'Bijtanken tijdens de wedstrijd essentieel voor wielrenners'

Dit weekend staat tijdens de Olympische Spelen het wegwielrennen bij de mannen en vrouwen op het programma. De laatste jaren wordt in het wielrennen steeds meer gebruik gemaakt van wetenschappelijke kennis. Eén van de belangrijkste inzichten: renners presteren beter door nóg meer energie bij te tanken tijdens de wedstrijd.

Bij de mannen liggen er in Parijs kansen voor Mathieu van der Poel; zeker ook gezien het ontbreken van toppers als Tadej Pogacar, Jonas Vingegaard en de regerend Olympisch kampioen tijdrijden Primoz Roglic. De Nederlandse afvaardiging bij de vrouwen is een heus all star-team bestaande uit Demi Vollering, Lorena Wiebes, Marianne Vos en Ellen van Dijk.

Voeding – niet alleen voor, maar vooral ook tijdens de wedstrijd – heeft de afgelopen jaren zijn sleutelrol bij de prestaties van wielrenners bewezen. Het is vooral essentieel om voldoende koolhydraten binnen te krijgen: deze vormen de belangrijkste energiebron voor intensieve inspanning. Voorheen werd gedacht dat het lichaam per uur maximaal 60 gram koolhydraten kon opnemen, maar tegenwoordig werken de meeste renners tijdens een wedstrijd ieder uur bijna het dubbele naar binnen. De prestaties die ze kunnen leveren zijn mede hierdoor enorm vooruit gegaan.

Overigens is het verorberen van zoveel koolhydraten wel een flinke belasting voor de maag en darmen van de wielrenners. Ze moeten daarom een goed voedingsplan opstellen en in hun trainingen oefenen met het innemen van energierijke drankjes, gelletjes en repen. Zo voorkomen ze dat ze door maag- en darmproblemen op het moment suprême naast de medailles grijpen.