Charlotte Van Asseldonk
Leidinggevenden krijgen hoofdpijn van alle veranderingen die ze moeten doorvoeren op de werkvloer door allerlei nieuwe wet- en regelgeving, zoals de CSRD (duurzaamheidsrapportage). Niet alleen de veranderingen zelf geven hoofdpijn, ook ontevreden medewerkers zorgen voor slapeloze nachten.
Leidinggevenden zijn de kartrekkers als het gaat om veranderingen. Tegelijkertijd worden leidinggevenden continu beoordeeld op medewerkerstevredenheid. Die tevredenheid moet hoog zijn, anders doen leidinggevenden het niet goed, is de gedachte.
Maar bij veranderprocessen is ontevredenheid juist een goed teken.
Verandering zorgt vrijwel altijd voor onrust bij medewerkers. Ze verliezen taken, verantwoordelijkheden, systemen. Of er komen taken en systemen bij. Taken die ze vaak niet leuk vinden of nieuw zijn. Dat geeft ontevredenheid, weerstand en gedoe.
Zonder onrust en ontevredenheid is er geen verandering. Iedereen blijft dan in zijn comfortzone en alles blijft bij het oude. Tevredenheid bij de medewerkers is geslaagd. Verandering is mislukt.
Ontevredenheid is dus juist een goed teken als het om verandering gaat. Dan heb je het als leidinggevende dus goed gedaan.
Leidinggevenden zouden niet op tevredenheid beoordeeld moeten worden, wanneer er sprake is van belangrijke veranderprocessen. De organisatie geeft daarmee een dubbele boodschap en dat zorgt voor gedoe.
Iedereen in de organisatie moet accepteren dat medewerkers tijdelijk minder tevreden zijn en leiders tijdelijk lager scoren op hun (inspirerende) leiderschap. Dat is de prijs van de verandering die door de leiders geïncasseerd moet worden voor de resultaten waar het echt om gaat.
Dit is een origineel bericht van Charlotte van Asseldonk
Ga naar alle berichten van deze organisatie.