Een consument met een doorlopend krediet waarbij geleend is met de woning als onderpand, mag erop vertrouwen dat het rentetarief gedurende de looptijd in de pas blijft met de relevante marktrente. Voor het bepalen van de relevante marktrente geldt de marktrente voor doorlopend consumptief krediet als referentierente. Dat heeft de Geschillencommissie van Kifid geconcludeerd, zo blijkt uit de vandaag gepubliceerde uitspraak. Met dit oordeel volgt de Geschillencommissie de conclusies uit het deskundigenrapport.
De uitspraak gaat over een klacht over het variabel rentetarief voor het Flexibel Hypotheek Krediet van ABN AMRO. Eerder heeft de Geschillencommissie in deze klacht geoordeeld dat voor zover het rentetarief van het Flexibel Hypotheek Krediet gedurende de looptijd niet in de pas heeft gelopen met de relevante marktrente, de bank de te veel betaalde rente moet terugbetalen aan de consument. Voor het berekenen van die compensatie is het nodig om de relevante marktrente te bepalen en daarover konden de consument en de bank het niet eens worden. Vervolgens hebben twee onafhankelijk deskundigen, de heren dr. ir. R. Lord en prof. dr. A.M.H. Slager RBA, onderzoek gedaan naar welke publiek beschikbare maatstaf hiervoor zou kunnen gelden. De Geschillencommissie volgt in haar uitspraak de conclusies van de deskundigen en concludeert dat de marktrente voor een regulier doorlopend consumptief krediet ook geldt als referentierente voor een doorlopend consumptief krediet waarbij geleend is met de woning als onderpand.
Deskundigenonderzoek referentierente Flexibel Hypotheek Krediet
De deskundigen hebben de bevindingen van hun onderzoek naar een geschikte referentierente vastgelegd in het deskundigenrapport “Onderzoek referentierente doorlopend consumptief krediet met hypothecaire zekerheid”. Het onderzoek wijst uit dat het product Flexibel Hypotheek Krediet veel gelijkenis vertoont met het reguliere doorlopende consumptief krediet en datzelfde geldt voor de renteveranderingen van beide producten. De deskundigen doen verder de aanbeveling om de inmiddels gebruikelijke systematiek te gebruiken voor het bepalen van de marge ten opzicht van de relevante markrente. Bij het aangaan van de overeenkomst is bepaald wat het verschil is tussen het individuele rentetarief voor het Flexibel Hypotheek Krediet en het op dat moment geldende tarief van de referentierente. Dat verschil moet de kredietverstrekker gedurende de gehele looptijd van het Flexibel Hypotheek Krediet handhaven.
Referentierente voor doorlopend consumptief krediet vanaf 1 mei 2022
Noodgedwongen is De Nederlandse Bank (DNB) vanaf 1 mei 2022 gestopt met publicatie van de rentereeks voor doorlopend consumptief krediet. Op verzoek van Kifid en in samenspraak met betrokken kredietverstrekkers en consumentenorganisaties hebben de deskundigen Lord en Slager ook gekeken naar een alternatief voor deze DNB-rentereeks. De deskundigen hebben hun bevindingen hierover vastgelegd in het deskundigenrapport “Onderzoek alternatieve referentierente doorlopend consumptief krediet”. De deskundigen concluderen dat de variabele rente op nieuwe woninghypotheken bruikbaar is als alternatief voor het bepalen van de referentierente voor doorlopend consumptief krediet. Dit rentetarief publiceert DNB op haar website en is daarmee openbaar. Verder voldoet deze rentereeks aan de randvoorwaarden die consumentenorganisaties en kredietverstrekkers hebben gesteld als het gaat om bestendigheid, tijdigheid en het definitieve karakter van de publicatie. Om te zorgen dat de DNB-rentereeks voor variabele rente op nieuwe woninghypotheken aansluit op de DNB-rentereeks voor doorlopend consumptief krediet die geldt als referentierente van 1 juni 2010 tot 1 mei 2022, adviseren de deskundigen een opslag van 5,28 procentpunt toe te passen. De Geschillencommissie van Kifid volgt de conclusie en het advies van de deskundigen en stelt vast dat vanaf 1 mei 2022 de DNB-rentereeks voor variabele rente op nieuwe woninghypotheken geldt als referentierente voor variabele rente op doorlopend consumptief krediet.
Referentierente voor Flexibel Hypotheek Krediet
Eerder heeft de Commissie van Beroep al vastgesteld op welke manier de referentierente voor doorlopend consumptief krediet moet worden bepaald. Gelet op die rekenmethode en de conclusies uit de deskundigenrapporten geldt voor het bepalen van de referentierente voor Flexibel Hypotheek Krediet het volgende:
Eindoordeel
In deze klachtzaak is het eindoordeel dat ABN AMRO de rente die de consument heeft moeten betalen voor haar Flexibel Hypotheek Krediet opnieuw moet berekenen vanaf 27 september 2015. Het variabele rentetarief moet in de pas blijven met het verschil tussen het individuele rentetarief voor het Flexibel Hypotheek Krediet en de referentierente op het moment dat de overeenkomst is gesloten op 23 maart 2010. Dat verschil moet gedurende de gehele looptijd van de overeenkomst gelijk blijven. Voor zover uit de herberekening blijkt dat de consument te veel rente heeft betaald, moet de bank dat compenseren. De bank mag hierop in mindering brengen het bedrag dat de consument te weinig aan rente heeft betaald als het individuele rentetarief in de pas was gebleven met de referentierente. Daarnaast bevestigt de Geschillencommissie dat de bank bij het maken van de herberekening rekening moet houden met het zogenoemde rente-over-rente effect, zoals de Commissie van Beroep in haar uitspraak CvB 2022-0036 van augustus 2022 heeft geoordeeld.
Soortgelijke klachten Flexibel Hypotheek Krediet
Kifid heeft meerdere klachten van consumenten over het rentetarief van een Flexibel Hypotheek Krediet tijdelijk aangehouden, in afwachting van deze einduitspraak. Nu de Geschillencommissie in de hiervoor genoemde klachtzaak een einduitspraak heeft gedaan en ook duidelijk is wat de referentierente moet zijn voor het Flexibel Hypotheek Krediet, kan Kifid de behandeling van soortgelijke klachten weer oppakken. Consumenten met een tot nog toe aangehouden klacht over het Flexibel Hypotheek Krediet ontvangen voor eind mei nadere informatie van Kifid. Voor de beoordeling van soortgelijke klachten zal de Geschillencommissie de lijn volgen zoals uiteengezet in de vandaag gepubliceerde uitspraak.
De einduitspraak GC 2023-0305 in een klacht van een consument tegen ABN AMRO is bindend. Deze einduitspraak hangt samen met de eerder gedane tussenuitspraken GC 2022-0367A en GC 2021-0633A
Dit is een origineel bericht van Kifid
Ga naar alle berichten van deze organisatie.