'Lokale onrust door MER-plicht is onnodig'

12 APR 2023 16:08 | Wolters Kluwer Schulinck

Dit is een expertquote van Alphons van den Bergh, senior juridisch vakredacteur omgevingsrecht, Wolters Kluwer Schulinck.

U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen, met vermelding van de naam van de expert en organisatie. Aanleiding: Een MER op hoofdlijnen als onderdeel van de beleidscyclus - BügelHajema

De Omgevingswet gaat door, eindelijk duidelijkheid. Tegelijkertijd zijn er ook zorgen over de uitvoerbaarheid door de MER-plicht, de plicht om de milieugevolgen van een plan, programma of project vooraf in kaart te brengen. Zo kan het nieuwsbericht “Motie verplicht milieueffectrapportage bij omgevingsvisie en omgevingsplan” van adviesbureau BügelHajema worden samengevat.

In tegenstelling tot wat het nieuwsbericht suggereert zal ik betogen dat het gaat om een al bestaande praktijk en de onrust niet voortkomt uit de aangenomen motie of de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Motie Kluit: verplichte MER voor 1 januari 2024 uitvoerbaar?

Terwijl de aandacht vooral uitging naar de inwerkingtreding, merkte adviesbureau BügelHajema op dat de aangenomen motie Kluit gemeenten verplicht om een milieueffectrapportage te maken voor de omgevingsvisie en het omgevingsplan voor 1 januari 2024.

Het opstellen van een MER voor 1 januari 2024 is volgens hen niet mogelijk omdat een MER veel tijd en geld kost en geen enkele omgevingsvisie meer uitvoerbaar is omdat moet worden uitgegaan van de maximale mogelijkheden.

Hun oplossing: een milieueffectrapportage op hoofdlijnen, omdat dit past in de geest van de Omgevingswet.

Niets nieuws onder de zon

Zie ik het goed, dan is de lokale onrust door de MER-plicht voor 1 januari 2024 niets nieuws onder de zon, omdat:

  • de datum van 1 januari 2024 alleen geldt voor visies en plannen waarvoor dit relevant is;
  • relevant zijn kaderstellende visies en plannen die snel na 1 januari 2024 worden vastgesteld (omgevingsvisie en omgevingsplan zijn doorgaans kaderstellende ‘plannen’);
  • de MER-plicht voor kaderstellende omgevingsvisies en omgevingsplannen al in de Omgevingswet is opgenomen (artikel 16.36 lid 1 Ow);
  • deze MER-plicht onder het nu geldende recht ook al geldt (artikel 7.2 lid 2 Wm);
  • een omgevingsplan van rechtswege geen wijzigingen bevat;
  • een MER op hoofdlijnen, net als in het huidige recht (artikel 7.7 lid 3 sub b Wm) al mogelijk is (artikel 16.37 Ow), maar het gebruik van die mogelijkheid afhankelijk is van de inhoud en formulering van de omgevingsvisie en het omgevingsplan. ‘Hoe concreter, hoe completer’.

De motie Kluit brengt hierin dus geen verandering.

Pleidooi voor balans tussen beheer en ontwikkeling, tussen oud en nieuw

De motie zie ik veel meer als een ‘op het hart drukken’ dat bij het nemen van beslissingen de maatschappelijke doelen ‘ruimte voor ontwikkeling’ en ‘waarborgen voor kwaliteit ( fysieke leefomgeving )’ in balans zijn. Het is vooral een symbool en dat lees je ook terug in het verslag.

Een en ander neemt niet weg dat er klaarblijkelijk onrust heerst in ‘Omgevingsland’. Ik heb het vermoeden dat dit eerder wordt veroorzaakt door een tekort aan specialistische experts bij de overheid. De oorzaak daarvan is noch het gevolg van de motie, noch het gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Meer binnen de rubriek Recht