Rogier Nijssen
Aanleiding:
De race om ruimte-energie | NPO Radio 1
Het idee om zonne-energie uit de ruimte naar de aarde te stralen klinkt spectaculair. Maar het is onrealistisch en onrendabel op korte termijn en verre van duurzaam. Een zwevend heroïsch verhaal mag geen uitvlucht vormen voor de focus die de energietransitie op aarde vereist.
NASA berekende dat het over 25 jaar nog steeds tien keer duurder is om zonne-energie uit de ruimte te halen dan vanaf de aarde. Ook is de terug te stralen energie alleen nuttig voor nichemarkten, zoals tijdelijke militaire operaties. Voor steden en industrie is dit geen oplossing.
De omvang van zonnepaneelvelden in de ruimte die nodig is om de aarde van energie te voorzien, is zo enorm dat lanceren vanaf de aarde geen optie is. De materialen waarvan zonnepanelen zijn gemaakt degraderen in de ruimte. Door hoge straling op 36.000 km van de aarde verliezen zonnepanelen zo snel capaciteit dat ze na vijftien jaar al 25 procent minder energie opleveren.
Het vervangen of maken van zonnepanelen in de ruimte kan in theorie met in-orbit factories. Dat vergt de bouw van autonome productiesystemen in de ruimte. Daarvoor zijn zelfreplicerende robots en nieuwe, uit asteroïden te winnen grondstoffen nodig. Zo'n Space Based Solar Power-systeem kan in theorie heel duurzaam zijn. Maar het zou waarschijnlijk meer kosten dan het totale wereldwijde Bruto Nationaal Product.
Dit is technologie voor tweehonderd jaar in de toekomst, niet voor de energietransitie van vandaag. Voor die energietransitie moeten we onze voeten op de grond houden. Voor de actuele grootschalige verduurzaming van de energievoorziening moeten we vanuit bewezen technologieën zoeken naar mogelijkheden om bijvoorbeeld zonnepanelen en windmolens verder door te ontwikkelen en slimme energienetwerken op te zetten op aarde die wereldwijd verbonden kunnen worden. Dan heb je altijd stroom vanuit natuurlijke bronnen, op een duurzame wijze opgewekt. Tegen de tijd dat ruimte-energie betaalbaar is hebben we op aarde allang een beter systeem.
Dit is een origineel bericht van Hogeschool Inholland
Ga naar alle berichten van deze organisatie.