Dit is een expertquote van Chris van Veldhuizen, econoom en directeur Vakvereniging HZC
U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen, met vermelding van de naam van de expert en organisatie. Aanleiding: Veel Nederlanders gaan er volgend jaar op vooruit: kijk hier of jouw koopkracht toeneemt | Geldmaand | AD.nl
De kabinetsplannen voor 2024 werken met de verder toenemende (marginale) druk op de middeninkomens totaal averechts uit in de huidige krappe arbeidsmarkt. Voor steeds meer werknemers loont het niet meer om meer uren te gaan werken of zich door te ontwikkelen.
De ‘koopkrachtplaatjes’ van het kabinet geven aan dat alle netto-inkomens er in 2024 iets op vooruit gaan. Verbetering van de netto-inkomens is hard nodig om te voorkomen dat de koopkracht verder onder druk komt te staan en een grotere groep Nederlanders in armoede terecht komt. Waarbij de werkelijke koopkrachtverbetering mede wordt bepaald door de inflatieontwikkeling, die vooralsnog weerbarstiger lijkt dan gehoopt.
De inkomensverbetering komt echter voor een groot deel door het verhogen van specifieke toeslagen. Dit lijkt effectief en sympathiek, maar dat is het niet. Het Nederlandse toeslagenstelsel wordt steeds complexer en ondoorgrondelijker en maakt het minder lonend om (meer) te werken.
HZC hoort dit in de praktijk in toenemende mate vanuit haar leden in de bouw- en infrasector.
De tabellen voor marginale belastingdruk 2024 laten zien dat bijvoorbeeld een eenverdiener met twee basisschoolkinderen en een huurwoning bij een toename van het bruto-inkomen van 40.000 euro naar 50.000 euro er minder dan 900 euro op vooruit gaat. Bij een inkomensverhoging van 30.000 euro naar 50.000 euro is dat 2.800 euro.
Los van het feit dat dit in 2023 nog respectievelijk bijna 2.000 en 4.000 euro was, is het voor een gemiddelde werkende Nederlander niet meer uit te leggen dat van een dergelijke loonsverbetering er netto zo weinig overblijft. Ongeacht of die nu uit een secce loonsverhoging, promotie in de loopbaan of door meer uren werken voortkomt.
Naar de mening van HZC zouden werknemers in Nederland meer handelingsperspectief moeten hebben, zodat ze zelfverbetering in hun eigen situatie kunnen brengen. Ongeacht bovengenoemde specifieke voorbeelden betreft het probleem van de hogere marginale belastingdruk inmiddels steeds meer middeninkomensgroepen. Mocht de Kamer besluiten tot een verhoging van het minimumloon dan zijn zeker maatregelen nodig in heffingskortingen en toeslagen, om ervoor te zorgen dat de marginale druk niet nóg groter wordt.
De ingewikkeldheid van het huidige belastingstelsel schreeuwt om een nieuwe opzet, die helderder, eenvoudiger en eenduidiger is. Dan kunnen mensen in deze tijden van arbeidsmarktkrapte ook daadwerkelijk door meer te werken hun persoonlijke situatie verbeteren. Dit is voor de BV Nederland en een gezond economisch werkklimaat essentieel.
Dit is een origineel bericht van Vakvereniging HZC
Ga naar alle berichten van deze organisatie.