Burgers bij onderzoek betrekken, komt in Nederland nog maar mondjesmaat van de grond. Dat is de conclusie uit een vandaag gepubliceerd rapport van het Rathenau Instituut. De Nederlandse en de Europese overheid hebben hoge verwachtingen van de zogenoemde open science, waarbij wetenschappers zich open opstellen voor andere wetenschappers en voor de samenleving. Het rapport Samen verder met open science, presenteert vijf stappen om burgers op een meer betekenisvolle manier bij wetenschap te betrekken.
Wanneer wetenschappers burgers meer bij hun onderzoek betrekken, kan dat leiden tot beter en relevanter onderzoek. Burgers kunnen helpen met het bepalen van de onderzoeksvragen, data verzamelen, resultaten verspreiden en toepassen in de praktijk. Daarnaast is ‘deelhebben aan wetenschappelijke vooruitgang en profiteren van de resultaten daarvan’ een mensenrecht, zo stelt artikel 27 van de mensenrechtenverklaring van de Verenigde Naties.
Het beleid van de overheid voor open science richt zich nog vooral op het openbaar toegankelijk maken van publicaties en data. Daardoor is het feitelijk vooral interessant voor andere wetenschappers. Om burgers op een zinvolle manier bij onderzoek te betrekken, is het belangrijk dat meedoen aan onderzoek zo toegankelijk mogelijk wordt. Dat betekent onder andere minder jargon en academisch taalgebruik. Ook moet het voor onderzoekers aantrekkelijker worden om burgers te betrekken, bijvoorbeeld door dit op te nemen als criterium bij subsidieaanvragen.
Het vandaag gepubliceerde rapport bouwt voort op eerdere onderzoeken van het Rathenau Instituut naar hoe burgers betrokken worden bij onderzoek in de psychiatrie, het onderwijs en naar waterkwaliteit. Deze sectoren bieden mogelijkheden voor betekenisvolle betrokkenheid waarvan zowel onderzoekers als burgers profijt hebben. Zo leidt de groeiende betrokkenheid van patiënten bij onderzoek in de psychiatrie tot een verschuiving van de onderzoeksthema’s. Het medische perspectief, waarbij het vooral gaat om het begrijpen en genezen van psychiatrische aandoeningen, wordt aangevuld met een patiëntenperspectief, dat meer nadruk legt op de kwaliteit van de zorg en empowerment.
‘Nederlanders hebben ook wel degelijk interesse om bij onderzoek betrokken te worden’, zegt directeur Melanie Peters van het Rathenau Instituut. ‘Toen ze in 2015 vragen voor de Nationale Wetenschapsagenda konden indienen, leverde dat bijna 12.000 reacties op. En vorige maand nog deden bijna 200.000 mensen mee aan de Nationale Tuinvogeltelling. Dat waren er twee keer zoveel als een jaar eerder, toen er ook al sprake was van een record. Maar het is belangrijk dat wetenschappers burgers ook op een meer inhoudelijke manier betrekken. Dan wordt de samenwerking nog productiever.’
Later dit jaar presenteert Unesco, de organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs en wetenschap, een wereldwijde richtlijn voor open science.
Dit is een origineel bericht van Rathenau Instituut
Ga naar alle berichten van deze organisatie.